-19- dat van dat van de heer Laseroms en, van my afwijkt, in de vergadering toelichten. Laten we daarom de tijd niet teveel gebruiken om het standpunt van de heer Laseroms en van mij uitvoerig te schilderen. Ik wil er alleen nog dit aan toevoegen. In wezen dient er toch wel op gelet worden bij de verkoop van woningwetwoningen dat wij met name in de oudere woningen een aantal woningen hebben met een toch naar ver houding lage huur. Lat is een pakket van gemeenschapsvoorzieningen Daar is in die gemeenschapeen aantal goedkope woningen aanwezig, be schikbaar voor huur. En die gemeenschapsvoorzieningen zouden wij in stand willen houden als zodanig, opdat, wanneer er een huis vrij komt, een ander tegen een lage huur daarin zal kunnen. Dan bieden wij de faciliteit van de aanwezigheid van een aantal goedkope huurwoningen. Als wij die gaan verkopen, dan spelen wij het voordeel van die prijs toe aan de huurder, dan eigenaar, en daarmee is de zaak uit de ge meenschapssfeer naar de partikuliere sfeer verdwenen. Wij dachten dat het niet op onze weg lag om dat te doen. Maar dan geef ik nu de heer Miarijnissen graag de gelegenheid om na alles van ons gehoord en gelezen te hebben zijn standpunt uiteen te zetten. De heer Marijnissen: O Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Verkoop van woningwetwoningen en de bouw van woningwetwoningen te Wernhout. Het is misschien een beetje ongebruikelijk als een lid van het kollege van B en W apart zijn standpunt over een bepaalde kwestie gaat toelichten. Gezien echter de belangrijkheid van deze zaak voor de groepering waartoe ik behoor, vind ik het noodzakèlijk dat iedereen precies weet waar de meningsverschillen op gebaseerd zijn. Als gemeentelijke overheid hebben wij de taak om de belangen van onze inwoners zo goed mogelijk te behartigen. Dit betekent dat wij die maatregelen en beslissingen moeten nemen, die een bijdrage zullen le veren tot het lichamelijk en geestelijk welzijn van onze inwoners. Ook moeten wij naar mijn mening als gemeentelijke overheid ons steentje bijdragen om te komen tot een zo eerlijk mogelijke verdeling van goederen in onze wereld. Ook onze regering - en ik vind het een goede regering - stimuleert bezit, vooral voor minder draagkrachtigen. Het is een onderdeel van de menselijke natuur om iets wat men dagelijks nodig heeft te willen bezitten. Een van de eerste dingen die een vol- /dak boven zijn hoofd,ofwelwassen mens nodig heeft als hij op eigen benen komt te staan is een f~ een huis.In onze gemeen- bijzondere grote behoefte aan een eigen betaalbare woning, en dit t^tLs krijg je meestal van huis uit mee. Door de te hoge prijzen, oplo pende tente en lasten van koopwoningen, ook na aftrek van subsidie, is het voor velen onmogelijk een woning te kopen. Men huurt dan via de gemeente een woningwetwoning. Deze zijn mede via huursubsidie voor ieder inkomen toegankelijk. De woningwetwoningen worden gebouwd onder toezicht van het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening, mogen niet boven een bepaalde prijs, de zogenaamde kurve- prijs uitkomen. Hierdoor zijn steeds de bouwkosten nauwkeurig gekon- troleerd door de overheid. Dit heeft geresulteerd in grote verschillen in prijs van woningwetoningen en bijvoorbeeld premie woningen of vrije sektor woningen. Door deze gang van zaken zullen de bestaande woningwetwoningen voor een goedkopere prijs verkocht kunnen worden, ook na de indexering als de woningen in de premie- of vrije sektor. Mede gelet op de richt lijnen vervat in de circulaire d.d. 11 mei 1976 van het ministerie, waarin heel duidelijk een inkomensgrens is ingebouwd, betekent dit dat iemand die behoort tot de lagere inkomens een woning goedkoper kopen kan dan iemand met een hoger inkomen. Dit is o.i. een zeer rechtvaardige zaak. Als volgende punt, wat mijn inziens pleit voor verkoop is de kwaliteit van de woningen na 10, 15 of 20 jaar. Als gemeente zijn wij in het verleden nooit zo sterk geweest in het goed onderhouden en het maken van aanpassingen naar de behoefte van de tijd mede tengevolge van financiële beperkingen,en de bewoners

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 218