De heer Bellis:
Ja. Zij die meer dan normaal water gebruiken, dat komt doorgaans
omdat zij een bedrijf hebben. Zij betalen dus iets minder dan wan
neer men door zou gaan op datgene wat de heer Kunst voorstelt. Maar
ik zeg: juist doordat zij iets minder betalen, geven wij automatisch
een klein steuntje aan het bedrijfsleven en ik acht het dus heel goed
dat het zo geregeld is.
De voorzitter:
Het is heel fijn dat u het goed vindt dat wij het zo doen, maar...
Ik zou er toch wel op aan willen dringen dat we het nu aannemen
en dat we terugkomen op die tariefstelling. Ik zie dat we moeten
ingeven het verbruik per woning. Zullen we meneer Neutkens
vragen om dat te vertellen. Hij is er toch.Wilt u ons vertellen hoe
u die degressie in elkaar gespijkerd hebt.
De heer Neutkens:
Ik dacht dat de heer Kunst het al heeft begrepen. Die heeft opgemerkt
dat het groepsgemiddelde niet op de helft van de groep ligt, maar
daar boven. Daardoor is de tweede groep, die wordt belast naar een
gemiddelde van 184 m3 en dat valt dus hoger uit als wanneer men pre
cies op de helft van honderd gaat zitten.
De heer Kunst:
Dat is heel duidelijk.
De voorzitter:
Het is per groep dus wel exakt.
De heer Neutkens:
Het is duidelijk aangegeven. De eerste groep is 88 m3 tegen 34 cent.
De volgende groep 184 m3 tegen 32 cent. Er zit dus wel degelijk een
degressie in.
De voorzitter:
Doordat de groep gemiddeld verschilt. Daar komt het door.
De heer KunstJ
Ik begrijp precies hoe dat komt. Daarvoor had u meneer Neutkens
niet behoeven uit te nodigen.
De voorzitter:
Maar er zijn nog anderen, die minder vlug van rekenen zijn dan u. Ik
wil het ook graag weten. Ik hoop dat de andere heren er ook hun voor
deel mee kunnen doen.
De heer Neutkens:
Wat de tweede vraag van de heer Kunst betreft of het niet per m3
exakt kap worden berekend, kan ik zeggen, dat dat wel zou kunnen.
Maar in de praktijk hebben we te maken met meer dan 2000 aanslagen.
Er is vanavond ook een voorstel aan u om deze heffèng te automatiseren
Dat houdt dan in dat er ieder jaar meer dan 2000 mutaties gemaakt
moeten worden, terwijl wanneer je met groepen werkt je ondanks een
kleine variatie toch binnen dezelfde groep blijft. In de praktijk
is dat kostenbesparend en anders vindt je dat weer terug in de on-
roerend-goed-belasting.
De voorzitter:
Ik gelood dat u daar een heel belangrijke faktor aanhaalt, mijnheer
Neutkens. Als je die groep van 1580 mensen in de groep van o tot
150 m3 automatisch kunt laten zitten en niet behoeft te muteren op
het exakte gebruik van het jaar..