Op de tweede plaats zou ik willen protesteren tegen de opmerking van wethouder Marijnissen, die - het was wel een "beetje zachtjes en een heetje tegen u gezegd,mijnheer de voorzitter - praat over bewijzen, dat er een voor-aanbesteding is geweest. Mischien is die er geweest, misschien niet, maar er blijkt wel uit dat, wanneer er een voor-aan besteding is geweest, dat de drie grootste zundertse bedrijven daarbij wel betrokken zijn. Ik vind wel dat, wanneer een wethouder een derge lijke opmerking maakt, hij het niet bij een opmerking moet laten. Dat is wederom een zeer suggestieve opmerking. Dan moet hij met papieren op tafel komen of anders moet hij zijn mond houden. De voorzitter: Ik moet wel zeggen, mijne heren dat ik er behoefte aan krijg om te proberen dit gesprek te kappen en wel om deze reden. De heer Marijnissen: Mijnheer de voorzitter, ik wil eventjes twee korte opmerkingen maken. Om te beginnen: mijnheer Kunst, misschien is het u niet bekend dat er een duidelijk verschil is tussen een sporthal tekenen en een sporthal bouwen. Ik geloof dat er meer mensen zijn die een sporthal kunnen tekenen dan een sporthal kunnen bouwen. Dat zullen we om te beginnen eens even vaststellen. Dat heeft helemaal niets met elkaar te maken. Er zijn misschien duizend architekten, die een sporthal kunnen tekenen, maar misschien zijn er op een gegeven moment dat het op uitvoering aankomt maar tien tot vijfentwintig aannemers in een bepaald rayon die het in werkelijkheid kunnen, terwijl er misschien toch duizend aannemers zijn. De voorzitter: Ik moet namens afwezige architekten protesteren. De heer Marijnissen: Dan ten tweede, wat de aanbesteding betreft. Het is namelijk zo, er zjjn mij aanwijzingen overgekomen dat er inderdaad een voorbespreking geweest is. Dat is mij in vertrouwen verteld en ik ben helemaal niet bereid om daarover iets naders te zeggen. De voorzitter: Ik geloof inderdaad dat in dit geval, waaraan niet in het minst een zweem van Lockheed-effect zit, het nogal zwaar overkomt. Daar om zei ik dat ook. Ik geloof toch dat je daarin voorzichtig moet zijn. Ik heb geantwoord en zo uitvoerig mogelijk geantwoord omdat ik vind van de andere kant datwanneer het eenmaal gezegd is *vvrfetoppert je moet spelen. Dan moet je zeggen wat er gebeurd is en waarom je het ge daan hebt. Noem het maar op. Als er dan niets onrechtvaardigs en niéts ongerechtigde gebeurd is, geef darmopening van zaken. Je kunt het nog altijd doen als er iets niet klopt. Zelfs dan is dat niet verstandig want de waarheid is altijd sneller dan de leugen. Meneer Jacobs, u weet dat. Dan nog iets anders. Mijnheer Kunst, die opzet. Het is een wette lijk toegestane zaak dat er een kop op een zaak gezet wordt. Nu is het één ding of er een voorgesprek plaatsgevonden heeft; twee of uit dat voorgesprek inderdaad een kop op de zaak is geresulteerd. Dat weten we niet en dat zal wel onduidelijk blijven. Eerlijk gezegd: er zijn zoveel gevallen geweest, waarbij koppen op zaken gezeten hebben en toch gunningen hebben plaatsgevonden. Dan zou je het systeem van aanbeste dingen en de hele organisatie van de aannemerij in het land moeten aan pakken. Overigens bevreemdt me het wel dat dan het verwijt van de voor besteding gericfet wordt tegen Brabantia, maar niet tegen Havermans en van Hassel. Dan zou je moeten zeggen; de zundertse aannemers maken zich aan onoirbare feiten schuldig. De heer Marijnissen: Dat heb ik heel duidelijk bedoeld, mijnheer de voorzitter.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 206