weer praten op die manier afgedaan. Er is niet een formeel be sluit gevallen, waarbij een vóór of tegen was. Er is wat gepraat over die zaak. En toen is gezegd: dat doen we dan zo. Als dit bedrijf van die aard is, waarom zou je het dan niet doen. Zo is het gegaan. De heer Marijnissen: En toen is de aanbesteding gekomen en toen is er inderdaad die hoge prijs uitgekomen en toen zijn we gaan zakken in de onderhandelingen. De voorzitter: En toen hebt u de zaak dus eigenlijk verder afgewerkt. De heer Marijnissen: Waarbijae indruk hebben dat er een voorbesteding is geweest, maar wat daar gebeurd en besproken is, daarvan hebben we geen kennis. Dat er een voorbesteding is geweest, daarvan hebben we wel bewijzen. De voorzitter: Ik heb er persoonlijk andere berichten van gehoord. Ik weet niet wat ik er van zeggen moet, maar het is eigenlijk ook niet materieel, want er is een bepaalde inschrijving uit de bus gekomen en waar die vandaan komt, dat weet je bij aanbestedingen toch nooit. En ik dacht dat daarna toch ook weer in een - naar ik gehoord heb, want ik ben er niet bij ge weest - konstruktief gesprek een en ander opgelost is. De heer Marijnissen: Zonder meer. De voorzitter: De verschillen, die er waren, zijn op een ongewoon pkrettige manier opgelost. Ik dacht dat we in andere gevallen wel meer moeilijkheden hadden. Daar bent u het mee eens. De heer Marijnissen: Ja. De voorzitter: Maar nogmaals, wat de heer Jacobs vraagt en waarnaar zijn achterban - en daarom heeft hij het gevraagd - wel benieuwd is: er is niets ge beurd, waarvan je zou zeggen: nou, dat is dan even mooi gearrangeerd, zoals dat heet. De heer Kunst: Mijnheer de voorzitter, ik wou ook nog even iets zeggen. Het blijkt van avond weer dat u uw zaak uitstekend kunt verdedigen, want het woord sporthal wa£°f?ij mij in de gedachten opgekomen, nadat ik enkele op merkingen van de heer Jacobs had gehoord. Maar dat is voor de rest niet zo belangrijk natuurlijk. Ik wou twee opmerkingen maken. Op de eerste plaats op de opmerking van kollega Jacobs aangaande zijn toch wel erg suggestieve vragen ten opzichte van wethouder Laseroms. Als ik hem hoor vertellen van: nog maar drie maanden bij Brabantia en dan is het weer zo ver. En ik merk uit uw woorden: het lijkt er op of meneer Jacobs bedoelt dat het in zijn valies gekapt is. Ook bij u is die in druk gewekt dat de heer Jacobs het zo bedoeld heeft. Dat vind ik een dermate suggestieve vraagstelling dat ik daartegen moet protesteren. Bij de verkiezing van wethouder Laseroms toen hebben alle mensen hier in de raad hem het volledige vertrouwen gegeven. Ik dacht dat hij dat in overgrote meerderheid nog mocht genieten. Maar wanneer dergelijke vragen gesteld worden, dan wijst het er op dat bepaalde par tijen hem het vetrAuwen niet helemaal geven, ook al werkt hij dan een maand of drie bij Brabantia. En dat zou hem ten zeerste spijten. Daaromtrent zou dan misschien nog een duidelijk antwoord kunnen komen»

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 205