19 De voorzitter; Mijnheer Huijbregts, dat bestrijd ik u, u schuift ons dingen in de schoenen die niet juist zijn. Ik heb de heer Tax gezegd, dat er een studie mee gemoeid was en wilt u dan méér reactie dan dat? Dat zal hij dan af moeten wachten,het spijt me, maar wij kunnen ook geen konijnen uit de hoek toveren met exploita tie-opzetten. En als iemand komt -en nou eens over het zakenleven -met een prijscourant van 1968 in zijn hand, dan zal je toch wel aan moeten nemen, dat de zaak intussen is bijgesteld. De heer Hoekman; Ik meen toch te weten, mijnheer de voorzitter, dat, zodra een wet of bepaling veranderd wordt, dan voor betrokkene een voordeelregel eigenlijk wordttoegepast De voorzitter; Natuurlijk. De heer Hoekman; Maar dat doet u niet. De voorzitter; Dat doe ik wel, want wat gebeurt er, mijnheer Hoekman? U moet eens goed begrijpen wat er gaat gebeuren. Daar gaat straks een terrein in exploitatie komen of daar gaan straks woningen gebouwd worden, laten we het nou maar in één complex van zaken samenvatten, dat praat het makkelijk ste,maar het gaat dus om:óf een exploitatie óf bouwgrond belasting. Die zaak kan pas van start gaan, wanneer de aanleg van wegen verzekerd is en wanneer de exploitatie rond zit. Op dat moment kun je pas gaan praten over het van start gaan van de exploitatie. Als iemand voor die tijd meent, dat hij goedkoper uitkomt, dan is dat een mooie verwachting, maar wij worden pas concreet en wij gaan pas bouwvergunningen verlenen, wanneer de zaak rond zit. Wij hebben de zaak Sprenkels geweigerd, omdat de aanleg van de weg niet verzekerd was. Als wij het verkeerd zien, dan zullen we gecorrigeerd worden, maar wij menen als college, dat wij op deze manier moeten waken voor de belangen van al degenen die daar gaan bouwen. De heer Huijbregts; De heer Sprenkels heeft zich vervoegd bij de gemeente. Hij moest een verklaring ondertekenen aangaande die bouw grondbelasting. De voorzitter; Dat is wat ongenuanceerd gezegd. Die moest geen verklaring ondertekenen. Er is sprake van geweest, en dat is onbeslist, of de heer Sprenkels in afwachting van de goedkeuring door de Kroon misschien aan het bouwen zou kunnen gaan, als hij de belas ting zou betalen of zich bereid zou verklaren te betalen. En dat moet dan in ieder geval zijn, wanneer er een bouw grondbelasting is vastgesteld. Maar daar is geen definitief besluit over gekomen en op het ogenblik zou ik niet durven zeggen hoe het college op dit punt zal gaan beslissen.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 162