5
voorbereiding in handen te stellen van het college van
burgemeester en wethouders.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het stuk,
genoemd onder XIV, voor kennisgeving aangenomen.
Tevens wordt besloten het stuk, genoemd onder XV, overeen
komstig het voorstel,te behandelen bij de begroting 1977.
Mededelingen.
Betreft; Correctie huurverhoging 1-4-1976 duplex-woning,
Ophaalbonnen kadavers,
Rekonstruktie van de Nieuwmoerseweg en Sprundelse-
baan.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming worden deze mede
delingen voor kennisgeving aangenomen.
Vaststellen 3- Voorstel van burgemeester en wethouders tot het vaststellen
van een
straatnaam.
Subsidie 4.
aan Stichting
Telefonische
hulpcentrale
S.O.S.-dienst
Breda.
Nota inzake 5«
spreidings
plan kleine
woonwagencen
tra.
van een straatnaam.
Be heer Jacobs;
Ja, mijnheer de voorzitter, kan er niet bij staan "wethouder"
Ik bedoel; Wethouder van die tot die datum.
Bat zie je wel meer.
Be voorzitter;
Bat zou kunnen bijvoorbeeld onder op het bord.
Maar ons leek de naam Piet Mertenshof sprekender dan het
wat traditionele wethouder Mertenshof, wat je natuurlijk
ook had kunnen doen.
Als je spreekt over Piet Mertenshof is dat in de eenvoud
van de benaming passender.^ vind,' ik dat beter klinken dan
het traditionele wethouder Mertenshof, maar het komt er
uiteraard onder te staan als toelichtende tekst.
Niet dat dat voorlopig toelichting behoeft, maar het kan
dan voor de toekomst en voor vreemden nog van belang zijn.
Zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlenen
van een subsidie aan de Stichting telefonische hulpcentrale/
S.O.S.-dienst Breda.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Voorstel van burgemeester en wethouders inzake het door het
Woonwagencentrum Breda opgestelde spreidingsplan kleine
woonwagencentra.
Be heer Kunst;
Mijnheer de voorzitter, op zichzelf spreekt het me niet zo
erg aan om te zeggen van hiep hiep hoera, we moeten een
woonwagenkamp gaan inrichten, maar dat zal inderdaad, zoals
mijnheer Valk mij influistert, wel bij niemand zijn.
Ik kan me voorstellen, dat we het moeten doen, maar voor
één ding ben ik bang en dat is, dat de stedebouwkundige weer
een nieuw karwei krijgt. En ik heb in de laatste raadsver
gadering van u gehoord dat die toch al tot over zijn oren
in het werk zat, en dat het moeilijk is om aan geschikte
krachten te komen om zijn kantoor wat sterker te bemannen.