reageren op de hinderwet. De Commissaris der Koningin. Ja,maar dat gaat allemaal geregeld worden via die relatienota en via de zaken die men landelijk aan het doorploegen is. Dat heb ik daarstraks al even aangehaald. Er speelt op het gebied van de totale landinrichting nog veel meer een rol. Ik moet het allemaal nog zien en ik zou het heel fijn vinden als het goed geregeld kon worden, maar ik heb zo het idee, dat we ons moeten realiseren, dat er in ons maat schappelijk bestaan altijd een paar dingen zullen overblijven die we niet regelen kunnen en alleen soms kunnen bereiken door met de mensen te praten en'-j2e te overtuigen en ook,als je het wil tegenhouden, door onteigenen. Dan is het bezit van de gemeenschap.Als de gemeenschap vindt,dat het niet moet gebeuren, dan zal de gemeenschap er iets tegenover moeten stellen. Als de man dan zo nodig zijn huis wil verkopen aan een burger, zo noemt men dat dan zo merkwaardig, dan moet de overheid er maar inspringen en zeggen; verkoop het maar aan ons en die zet er dan maar weer een agrariër in, want voor wat, hoort wat hé. De voorzitter; Heren, ik heb vandaag de eer en vooral het genoegen gehad, de Commissaris en de heer Houwen te mogen begeleiden bij hun werk bezoek. De Commissaris heeft hier bij zijn inleiding ook gezegd, dat een werkbezoek in feite een soort van rituele dans is. Dat dat werkbezoek een ander karakter gekregen heeft is ons vandaag wel duidelijk geworden. Ik weet niet hoe de Commissaris en de heer Houwen het ervaren, maar als het u gegaan is, zoals het mij gegaan is vandaag en zoals het de secretaris en de wethouders gegaan is, dan dacht ik te kunnen zeggen; hij is eigenlijk te kort gebleven. We zouden hier nog lang door kunnen praten, want de problemen beginnen nu pas de kopjes boven de grond te brengen en dat zult u toch met me eens zijn, als je zegt; gaat hij nou al weg, het begint nou net leuk te worden, dat dan wat ons betreft, het bezoek als geslaagd mag worden aangemerkt en ik zou wel willen zeggen, maar ik durf het niet te vragen Kom nog èenb terug, we hebben nog meer te vertellen, maar ik begrijp, dat u ook van avond aan een programma gebonden bent en ik zou er niet graag de oorzaak van willen zijn dat dat in de soep liep voor u. Wij danken u heel hartelijk voor uw komst,we vinden het bij zonder plezierig dat u van onze eigen problemen hier kennis hebt genomen.Het is eens goed als iemand,op uw post gesteld, kennis neemt van de problemen, die in onze gemeente leven. Ik zou er nog eens op willen wijzen dat als je de invloedsferen van de grootstedelijke kernen bekijkt in het Brabantse, dan zie je dat wij buiten alle invloedsferen, buiten alle cirkels vallen. Antwerpen niet, Breda niet en Roosendaal niet en Etten niet. Wij hebben twee Nederlandse buren, te weten Rucphen, dat kijkt naar Roosendaal en Rijsbergen, dat kijkt naar Breda en Etten. We hebben vijf Belgische buren en die kijken weieens een keer naar ons, maar toch niet de hele dag door. Wij hebben hier onze eigen problematiek, een eigen ligging, eigen problemen, waar dan naar ik hoop een eigen oplossing voor mag komen en als u met uw bezoek een oplossing mee mogelijk kunt maken, dan zijn wij u daar bijzonder dankbaar voor. Hartelijk dank.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 142