15 lat niet allereerst te doen door zo'n kern qua bevolkings aantal te laten groeien, omdat dat dan -ten koste gaat van het bevolkingsaantal ergens anders, dus buiten die bescheiden groei waar ik net op doelde. lat we dan financiën beschikbaar zullen moeten stellen aan ge meenten die juist met die problemen zitten om toch oplossingen te vinden, waardoor toch de voorzieningen voldoende aanwezig kunnen zijn in die kleine kernen, of gehandhaafd kunnen blijven, of zelfs geplaatst of voorzien kunnen worden. Men is bezig dat te bestuderen. We hebben een studiegroep daar voor ingesteld, die dat hele probleem van de kleine kernen eens helemaal door gaat ploegen,gaat proberen te achterhalen wat de basisvoorzieningen zijn die in een kleine kern nodig zijn. Ik zeg het allemaal wat voorzichtig. Wat het basis aantal mensen is 3at je nodig hebt om tenminste nog daar een leefbare, levende gemeenschap te hebben. Wij hopen daar'over een half jaar wat verstandige dingen van op papier te hebben en te kijken in hoeverre wij ons beleid daarop kunnen afstemmen. U weet, dat wij met grote streekplannen bezig zijn voor Midden- en Oost-Brabant, dat we bezig zijn het streekplan West-Brabant te herzien en overal spelen die problemen en dan gaat het over spreiden van de bevolking of niet spreiden van de bevolking, als ik het zwart-wit mag stellen, maar we zijn er eerlijk ge zegd nog niet uit. Het is simpel om te zeggen; Nou, dat mag allemaal niet, het moet geconcentreerd gebeuren en men moet de centra vullen en dan laat men verder iedere groei overal maar achterwege, maar ik heb daarstraks al in een heel ander verband gezegd; het leven is sterker dan de leer en het leven stelt ook heel nor maal eisen en het leven mag ook eisen stellen, dat wordt ook erkend, vandaar dat we bezig zijn het probleem wat dieper te bestuderen en anders te bestuderen dan tot voor kort ook op landelijk niveau met name gebeurd is. Door te rigoureus te zijn worden de kleine kernen practisch bevroren. De situatie ligt nog min of meer zo. Ik vind dat de kleine kernen ook in het algemeen nog stuk voor stuk bekeken moeten worden. U hebt kleine kernen die in één grote gemeente met toch een be hoorlijk centrum zitten,je hebt gemeenten die alleen uit kleine kernen bestaan waar eigenlijk geen centrum is, je hebt ook kleine kernen die volledig geïsoleerd en op grote afstand vaak van voorzieningen liggen. Al die situaties zijn verschillend. We hopen dat te inventarise ren en we hopen daar een wat beter zicht op te krijgen en we hopen dat dat zicht dat wij dan krijgen ook nog weer het lan delijk beleid op dit punt gaat beïnvloeden, want wat op het ogenblik gebeurt via de verstedelijkingsnota moet u niet onder schatten. Ik neem aan dat u juist in dat verband als gemeentebestuur misschien daarop zult reageren. Ja, dat zijn zaken, die inderdaad ten koste gaan van die kleine kernen, omdat er andere belangen zijn die in overwegende mate worden gewaardeerd en ik weet niet of het geheel terecht is of ten onrechte, dat is een moeilijke zaak. Duidelijk is dat een aantal kleine kernen erg zwaar lijden onder dat beperkt houden,waarbij dan toch steeds maar weer op nieuw betoogd wordt dat dat gewoon het gevolg is en in steeds sterker mate zal worden van de teruglopende bevolkingsgroei. Daar zal niets aan te doen zijn.Hetzelfde probleem dat je nu in de kleine kernen al tegenkomt, omdat je met weinig mensen zit, ga je ook merken in de grote stedelijke gebieden.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 134