8 Waar doe je het voor? Is het een ontwikkeling die zich lang zal voortzetten en dan ten koste gaat wellicht van het buiten gebied dat hier bijzonder de moeite waard is, nog erg mooi is en waar je echt wel een eer in kunt stellen om het open te houden, te beschermen en dan is het een kwestie van kiezen waar men precies die grenzen gaat leggen. U bent, neem ik aan, bezig met de voorbereiding van een be stemmingsplan voor het buitengebied, nou nog met een plan in hoofdzaken, maar u moet daar een bestemmingsplan voor gaan maken. Dat is de plicht van de gemeente om dat te doen en u zult juist in de voorbereiding daarvan bijzonder nauwkeurig moeten kijken hoe u dat nou aanpakt. Hoe dat het beste gebeurt, hoe je de gebieden die je ook werke lijk totaal wilt beschermen ook totaal kunt beschermen en hoe je aan de andere kant tussen de bebouwde kom en dat typische buitengebied misschien nog ergens een soort tussengebied kunt vinden, waarin bepaalde dingen dan wat makkelijker kunnen. Wij hebben daar als Provinciaal bestuur al een aantal richt lijnen over gegeven, die niet verplicht zijn, maar waar men zich voor een deel aan kan conformeren,die aanduidingen geven voor de agrarische bebouwing en voor de kwestie van wat men dan de rustende boer kan noemen. Dat soort zaken. Wat er niet direct in zit, moet ik toegeven, omdat dit nou juist zo'n betrekkelijk uitzonderlijke situatie is en een heel erg speciaal probleem dat hier speelt en waarschijnlijk in nog enkele verwante gemeenten, maar niet zo gek veel, dat is dat dit eigenlijk geen volwaardige agrarische bedrijven zijn volgens de normen die daaraan gesteld worden en die als zodanig danook niet binnen die voorschriften passen. Daar worden bepaalde normen gesteld van zoveel ha. en zoveel m3 voor de schuur, ik heb dat zo niet in mijn hoofd, maar al dat soort zaken. Ik dacht dat u zou moeten proberen om in goed overleg daarvoor tot oplossingen te komen en daarin de ruimte te vinden rond de ontwikkeling zoals die gebeurt om die in goede banen te houden en de mensen toch enige mogelijkheden te bieden om dit te doen. Dat zal geen eenvoudige zaak zijn. Ik heb vanmorgen het college ook gezegd, nogmaals niet helemaal op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen,dat ik wel voorzie dat u daar wel even mee bezig zult zijn, dat dat niet zo'n eenvoudige kwestie zal blijken te zijn. Ik heb er geen oplossing voor, moet ik u zeggen, maar ik zal dit probleem ook nog eens mee terugnemen en eens nadrukkelijk onder de aandacht brengen van de planologische mensen. Ik ben ook nog voorzitter van de provinciale planologische commissie, maar dat is dan de overkoepelende commissie die een keer of zes per jaar vergadert Dit is een punt dat ik daar echt weieens een keer aan de orde wil stellen, want daar zitten alle rijksdiensten ook bij elkaar, namelijk de dienst van Ruimtelijke Ordening, de dienst voor de Landinrichting, van het Milieu en Volksgezondheid en alle mensen die met die dingen bemoeienis hebben. Ik geloof dat we daar dit toch wel typische probleem eens een keer goed aan de orde moeten stellen burgemeester, misschien aan de hand van een notitie die u eens produceert en waarin u zegt; nou dat probleem leeft bij ons. Ik ben dit probleem nog nergens op deze wijze tegengekomen moet ik zeggen, ook niet in de tijd dat ik Gedeputeerde ben geweest voor enige jaren en de portefeuille van Ruimtelijke Ordening had. Ik moet zeggen dat ik het nergens in gemeenten zo ontmoet heb zoals het hier vanmorgen door uw college voortreffelijk aan mij is uiteengezet.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 127