De Commissaris der Koningin;
hat wil ik graag doen, mijnheer de voorzitter.
Ik wil u allereerst hartelijk danken voor de gastvrijheid, die
ik hier mag genieten.
he heren raadsleden mogen weten, dat ook mijn echtgenote vandaag
is meegekomen en onder de voortreffelijke begeleiding van me
vrouw Kievits, mevrouw Stoffelen en de dames van de leden van het
College,ook het een en ander van uw mooie gemeente heeft gezien,
maar de chef Kabinet en ik zijn erg dankbaar voor de ontvangst
en voor de wijze waarop u dit alles georganiseerd hebt.
Je krijgt weieens in dit soort zaken een stukje over-organisatie
naar de éne of naar de andere kant, maar het neemt niet weg, dat
wij gezamenlijk de dag tot nog toe goed hebben doorgebracht,
vooral in die zin, dat ik de gelegenheid heb gekregen erg veel
over uw gemeente te horen en zoveel als in een beperkte tijd
mogelijk is van uw gemeente te zien.
Ik vind het bijzonder prettig, dat zo'n bezoek besloten kan
worden met een ontmoeting met de gemeenteraad,, het bestuur
van de gemeente.
Ik hoop, zij het niet onbeperkt wat de tijd betreft, dat we met
elkaar van gedachten kunnen wisselen over de problemen waar u
mee bezig bent
Yoor het overige is het wel zo, dat zo'n werkbezoek voornamelijk
betekent, tenminste zo lees ik dat tussen de regels door in mijn
jarenlang oude instructiedat de commissaris, met redelijke
tussenpozen staat er geloof ik,de gemeente in zijn provincie
bezoekt, hat zijn er zo'n 132 in de provincie Noord-Brabantdus
ik kan er eigenlijk mee aan de gang blijven, maar het betekent
ook voornamelijk, dat de intentie van het bezoek is,dat je kijkt,
dat je luistert en dat je hoort wat er leeft en dat je dat weer
meeneemt, hat is nog een residu van een tijd, die wat achter
ons ligt, toen men nog op inspectie kwam.
he Commissaris keek of alles er netjes uit zag en de chef Kabinet
keek of de boeken klopten, maar die tijd is voorbij, gelukkig.
Nu is het meer de ontmoeting en ik kom danook wel volgens de
instructie, maar ook bovendien met vreugde en plezier als
Commissaris van de Koningin.
U weet, de Commissaris van de Koningin is een wat merkwaardige
figuur in ons staatsbestel.
Hij beweegt zich in de wat dubbelzinnige situatie, dat hij zowel
Rijksorgaan als Provinciaal orgaan is.
Wat het laatste betreft vind ik, dat ik verplicht ben aan u te
zeggen, hoe ik hier ben en ik kan me er niet van los maken, dat
ik voorzitter ben van het College van Gedeputeerde Staten en dat
ik voorzitter ben van de Provinciale Staten, maar dat ik ook
niet méér ben dan dat.
Het betekent dat ik als voorzitter van Gedeputeerde Staten één
stem heb in dat College en nauwelijks een portefeuille en dat
ik in Provinciale Staten geen stem heb en dus helemaal niets te
vertellen heb, behalve dat ik de leden het woord mag geven en
desnoods ontnemen.
Ik zeg dat even duidelijk, omdat het zou kunnen zijn, maar daar
zie ik u niet voor aan,dat de verwachtingen wat hoog gaan en
dat men zegt; als de Commissaris van de Koningin op bezoek komt,
dan zullen we eens even alle problemen op tafel leggen en die
heeft dan waarschijnlijk links of rechts in zijn zak wel de op
lossing. Nou,zo is dat dan niet en het is voornamelijk zo, dat ik
kom om te horen en te luisteren naar wat u bezighoudt.
Ik luister vooral naar die dingen, die u aan een Provinciaal
bestuurder kwijt wilt en ik speel deze weer door.