-35-
De heer van Nunen;
Ik wou hierop inhaken en vragen of die huurverhoging terug
gevorderd wordt van de voetbalvereniging Zundert.
De voorzitter;
Uiteraard.
De heer van Nunen;
Nou, dat is dan een grote post voor de voetbal.
De heer Hoekman;
Ik geloof, dat de heer Arnouts heel slecht is ingelicht.
Men verhuurt een bepaald pand aan de brouwerij omdat men
zeker wil zijn van de centen.
De voorzitter;
De zaak is destijds, het is wel voor mijn tijd, verhuurd
aan de brouwerij en die heeft hem ingericht en wij hoef
den zelf geen exploitant te zoeken.
De secretaris;
Ik denk dat het contract nog stamt min of meer uit de tijd
dat dit huidige paviljoen er nog niet stond, maar nog dat
houten keetje.
Dat is destijds, met verlening van recht van opstal door
de gemeente op die grond, door de brouwerij gezet.
Ik denk, dat het contract uit die tijd nog stamt en dat
daaruit ook die verplichting voortkomt, dat die dranken
van de brouwerij betrokken moeten worden.
De voorzitter;
Ja, en dat is, zover ik weet, altijd zo doorgelopen, omdat
dat wel goed ging en omdat er niemand schade van had.
Die brouwerij had wel dat belang van die leveranties en
dat is ook wel een belang dat je in de gaten moet houden,
als je tot opzegging overgaat.
We hebben het nooit zover uitgespit, omdat iedereen eigen
lijk over de toestand niet ontevreden was.
Aan opzegging zitten nog wel wat haken en ogen vast.
Dat is niet zo simpel te doen, als de brouwerij daar het
belang in heeft zitten van het mogen leveren en er zit
een vereniging in, die wij er graag in hebben.
Ik zie zo gauw niet dat dat zo zondermeer zou kunnen, maar
dat is een vraag, die ik eigenlijk vanavond moeilijk kan
beantwoorden, want het is ons eigenlijk altijd goed ge
weest.
De heer Valk;
U kunt geen antwoord geven op de vraag van de vorige spre
ker, maar ik zie de zin ook niet, dat er iemand tussen
moet zitten en ik zou graag zien dat het college onder
zoekt of de mogelijkheid bestaat om die huurder die er
helemaal niet tussen hoeft te zitten er tussenuit te halen.
Daar ben ik wel voorstander van.
Dat teruggrijpen naar hoe het eigenlijk ontstaan is, is
eigenlijk onbelangrijk, maar ik dacht dat er wel andere
dingen tussen zaten.
De voorzitter;
Dat zou ik niet weten, maar ik geloof ook niet dat dat
relevant is op het ogenblik.
Zoals ik u zei heeft het college er geen bepaalde voorkeur
in. Het kan ons niets schelen.