- 5 -
En dan nog, als je parkeerproblemen oplost, dan gaat het er. niet om
om die neer te leggen op dat punt, waar je nou toevallig wat neer
kunt frommelen, en daar geld voor uit te geven. Het gaat er om om
datgene te doen, waar onmiddellijk behoefte bestaat, daar moet jë
het doen, maar ik begrijp, dat U er stemming over wilt?
De heer Arnouts
Ja.
De heer van Nunen
Aan het eind van de Molenstraat zit er natuurlijk ook dat stopvep-
bod nog vanaf van Gastel naar het Poteind.
De voorzitter
Ja, maar dat is ook een punt, waar je met goed. fatsoen niet kunt i
parkeren. Dat is levensgevaarlijk om daar te gaan staan. En het
Poteindplein is toch geen afstand. Ze zetten de wagen daar dan mis
schien niet weg, maar als je nou praat over parkeerproblemen, dan;
moeten er natuurlijk ook wel problemen zijn en niet de frustratie^
dat daar nou net de attractie niet is. Maar een probleem is, niet
dat je de wagen niet kwijt kunt, maar dat de parkeercapaciteit in.
Zundert, zoals die rond deze ruimte aanwezig is, van geen kanten
benut wordt. Daar wordt gewoon geen gebruik van gemaakt. Ik zie het
probleem niet hoor, maar goed, er is stemming gevraagd door de heer
Arnouts en ik neem aan, dat hij daarin gesteund wordt door de heer
Pellis
Laten we het zo formuleren.
De heer Arnouts nodigt het kollege uit om de aanleg van parkeer
plaatsen voor te bereiden of uit te voeren, al naar gelang dat mo
gelijk blijkt te zijn op de door hem aangegeven plaats.
Wie daar vóór stemt, stemt in met de zienswijze van de heer Arnouts
wie daar tegen stemt, die volgt het kollege in zijn mening. Is ie
dereen het daarover eens?
Op de wijze, voorgeschreven in artikel 27 van het Reglement van Or
de, wordt bepaald, dat de omvraag begint bij nummer 15 van de pre
sentielijst.
Er wordt als volgt gestemd
De
heer
Kunst
tegen
De
heer
Hereijgers
tegen
De
heer
A. Jochems
tegen
De
heer
Mertens
tegen
De
heer
Laseroms
tegen
De
heer
Marijnissen
tegen
De
heer
Zwaard
tegen
De
heer
van Nunen
vóór
De
heer
Huijbregts
vóór
De
heer
Hoekman
vóór
De
heer
S. Jochems
tegen
De
heer
Pellis
vóór
De
heer
Arnouts
vóór
De
heer
Valk
tegen
De
heer
Jacobs
tegen
De voorzitter
Ik tel er tien tegen en vijf vóór.
We zullen aan de uitnodiging van de heer Arnouts geen gehoor geven.
- De heer Marijnissen
i
i