- 57 - De heer Valk Het beste is dus, dat ieder raadslid gewoon laat weten, dat hij als commissie-lid in de avonduren wil vergaderen. De voorzitter Ja, maar het moet ook eens mogelijk zijn, dat een commissie in zijn samenstelling daar toch anders over denkt, dan de raad. Dat moet toch mogelijk zijn in een demokratisch systeem. Het is niet het opleggen van de wil: zo moeten jullie dat gaan doen. Het is een commissie, die een taak krijgt en dan moet je die commissie de eigen werkwijze laten regelen. Er zijl natuurlijke algemene regels voor commissievergaderin gen, waar men zich aan houden moet. Ik weet niet of de heer Huijbregts er toch een uitspraak over wil, anders kan dat. De heer Huijbregts Ja, mijnheer de voorzitter, ik wil hier een uitspraak over. De heer Marijnissen U zegt nou wel; het is een betutteling van de commissie. Maar dat is helemaal niet waar, want de raadsleden die hier zitten, zitten ook in de commissie. Het maakt toch in feite helemaal niets uit. De voorzitter Het maakt wel uit. Het gaat om de vraag hoever de commissie de vrij heid houdt om het eigen werk in te delen Daar gaat het om. En ik vind, dat je de commissie die vrijheid moet laten. De heer Huijbregts Dus dan heeft uiteindelijk de commissie de openbaarheid in handen. De voorzitter Nee. Goed er kan een uitspraak over komen. De heer Valk Ik heb een tussen-voorstel en dat is, dat de raad in principe voor stander is om de vergaderingen 's avonds te houden. Is dat goed. De voorzitter Als de raad zou zeggen: wij bevelen het aan. De heer Huijbregts zegt: de raad moet bepalen, dat dat 's avonds zal gebeuren. En daar zeg ik op: Toe nou. En nog iets anders, wat me hier ingefluisterd wordt, om maar eens iets te noemen, dat je bijvoorbeeld aan een comnissievergadering nog een excursie wilt ver binden om iets te gaan bekijken, dat zou niet kunnen met zo'n uit spraak. De heer Valk Jawel, dat doe je dan 's middags. De voorzitter Dan ben je gebonden, want de raad zegt: Nee, dat moet beslist 's avonds gebeuren. Maar ik zie het hele probleem niet zitten hoor. Maar goed, het uiteindelijk punt mijnheer Huijbregts, aan U om te zeggen wat U wilt. De heer Huijbregts Ik wil een principe uitspraak hebben.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 57