- 56 - Maar dat zou ik U niet aanraden. Laat ons dat maar doen. De heer Zwaard In maart De voorzitter Nou, ik hoop, dat we dat in maart zullen kunnen en dat we in maart tot de ontdekking zijn gekomen, dat het de moeite waard is om er aan te beginnen enzovoort, enzovoort. Maar U kunt nou wel zeggen: we willen dit en we willen dat. Maar gun ons nou de tijd om dat voor te bereiden. Echt hoor, anders kun je niet werken. De heer Marijnissen Goed U krijgt van ons die kans. De voorzitter Ja, luister nou eens, mijnheer Marijnissen, wij willen wel graag het werk op een behoorlijke manier indelen en niet zeggen: nou moet dat beslist dan en dan. Wij zullen ons best doen om het zo snel mogelijk te brengen. En dan binden we ons liever niet aan een termijn. De heer Pellis nog vragen De heer Pellis Nee. De voorzitter Dan houd ik uit deze tweede ronde over twee verzoeken om een uit spraak van de raad. Mijnheer Valk wil weten wie voor of tegen de hondenbelasting is. Mijnheer Huijbregts wil, dat de raad zegt, dat de openbare commissie vergaderingen in de avonduren moeten worden gehouden. De heer Valk Ik geloof, dat het punt van de heer Huijbregts een heel simpele zaak is. Ik geloof niet, dat de raad dit op hoeft te leggen. De voorzitter Het gaat om het principiële punt. Het gaat niet om de bereidheid, want ik heb daarom zelf al gezegd, dat ik mijn eigen commissie, waar ik zelf voorzitter van ben heb opgeroepen op een avond. Daar gaat het niet om. Het gaat niet om de vraag of we dat moeten doen. Het gaat om de vraag of de raad de commissie zulke boodschappen moet meegeven. Je moet de commissies niet als kleine kinderen behandelen. De heer Valk Mijn kollega Kunst stelt, dat we het in principe eens zijn met het geen de voorzitter stelt, dat de raad dit niet zou moeten opleggen en als we erover moeten stemmen, zouden we er tegen kunnen zijn, maar als we gewoon laten weten, dat we als commissie-leden voorstan der zijn om in de avonduren te vergaderen, dan zijn we klaar. De voorzitter Dan heeft daar niemand in de commissie pijn aan; maar niet een bood schap uit de raad

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 56