- 37 - Dat moet die commissie zelf maar uitmaken. Ik geloof niet, dat de raad daar opdrachten in moet geven. Ik vind, dat je dan de vrijheid van de commissie daarmee beperkt. IJ zegt: een vergadering eenmaal per jaar in de kerkdorpen. Nou, dat is misschien nog wel eens te doen, zij het, dat het niet het karakter moet krijgen van een variété -voorstelling. We zijn vanavond al een belangrijk gedeelte van het publiek kwijtgeraakt in de pauze. De concurenties met Den Bels, om zo maar eens iets te noemen, die zouden we beslist niet aankunnen. Maar de suggestie is het onderzoek waard. Ik wil niet zeggen, dat we het persé zullen doen, maar het is een niet onaardige gedachte volgens ons. De heer Marijnissen Ik vind het een pracht-idee. De voorzitter Nou, laten we nou maar wat voorzichtig reageren. Als wij zeggen we vinden het een prachtxidee, dan doen we het. Maar als we zeggen, we vinden het een aardig idee, dan gaan we eens kijken of we er iets aan doen kunnen. U hebt mij geadviseerd om één avond in de week spreekuur te gaan houden. Ik vind het heel fijn, dat tJ zo bezorgd bent over mijn werkzaamheden, maar ik wil toch wel op iets wijzen. Het is misschien wel onvoldoende bekend en dan is dit een goeie gelegenheid om eens iets te zeggen, maar ik heb de gewoonte en dat komt ook wel overeen met de aard van de dingen, die op mij af komen, om op afspraak te werken. Wanneer iemand mij spreken wil, dan kan hij het gemeentehuis bellen en dan wordt er een afspraak gemaakt. Als dat overdag niet kan, dan gebeurt dat 's avonds. Dat heeft het voor deel, dat de kwesties, die bij mij aan de orde komen, de tijd kunnen krijgen, die ze nodig hebben. Je kunt er licht een half uur, drie kwartier voor uittrekken. Je zet dat in je agenda. Als ik een spreekuur zou moeten houden, bijvoorbeeld van acht tot tien uur, dan heb ik van vroeger de ervaring, dat dat enerzijds niet erg effectief werkt. Anderzijds kunnen, als er wat mensen wachten de kwesties onvoldoende worden besproken. Ik ben erg tevreden met de methode van afspraak. Dan zoeken we wederzijds naar een tijd die schikt. Ik ben eerlijk gezegd, wel van plan om met die methode door t e gaan En wat U zei over schriftelijke afdoening, dat is weer een heel andere kwestie. Wanneer iemand schriftelijk iets vraagt, dan krijgt hij schriftelijk antwoord. Maar wanneer iemand mij te spreken vraagt, dan krijgt hij mij te spreken. Nogmaals, het is goed, dat ik het nu eens een keer kan zeggen. Ik weet niet wat voor misverstanden er over bestaan, maar wie mij belt, krijgt mij aan de telefoon, als ik er ben. Ja, als ik er niet ben, dan kan ik het ook niet helpen. Maar dan weten ze in de meeste gevallen wel, wanneer ik er wel zal zijn. Ik ben toch wel te vinden, als het er op aan komt. In ieder geval neemt de centrale op, wie er gebeld heeft en dat hoor ik. De kwestie van de buitenwegen Ik zou de vorige keer gezegd hebben, dat U buiten de orde was en ik heb toen geprobeerd U naar een ander punt van de agenda te krijgen met Uw opmerkingen, waar dat meer thuishoorde. Dat en niets anders. Ik heb niet geprobeerd U het woord te ontnemen. Ik heb alleen, en daar streef ik als voorzitter van de raad serieus naar, geprobeerd een behandeling te krijgen van de punten op die ogenblikken, waarop ze het meest geëigend besproken kunnen worden zonder daarbij iemand de gelegenheid te ontnemen -dat heb ik nog nooit gedaan om iets te zeggen. U hebt nog een aantal punten aangeroerd van kwesties van weg-aanleg.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 37