- 56 -
ordening, dat de provincie voert. Dat moet U goed begrijpen. Het
kollege kijkt bij de beoordeling van dergelijke aanvragen naar wat,
gelet op datgene wat bij de provincie als redelijk wordt ontvangen,
een haalbare zaak is. Je mag je afstellen, dacht ik, op een dergelijk
beleid, dat een hoger toezicht houdend orgaan voert, waarbij je al
tijd weieens principe-vragen kunt stellen, wat we dan ook wel doen.
We zijn lelijk vastgelopen met die kwestie van anticipaties. Dat is
een nog steeds wringend probleem. We kunnen de vrij gemakkelijke weg,
die we tot nu toe gekend hebben, niet meer gaan. Daar is men nog niet
helemaal uit. Ik heb nog onvoldoende mogelijkheden bespeurd om op
de bekende manier, zoals we een aantal bedrijven in het verleden kon
den helpen, hier kleine bedrijven aan een uitbreiding te helpen.
We vragen op het ogenblik maar eens principe-uitspraken over bepaal
de kwesties om de mening van de commissie Gemeentelijke bestemmings
plannen te horen. Dat is dan in wezen wel het advies, dat straks uit
de provincie komt voor dit soort zaken. Dan heb je de zaak wel ruim
voldoende afgetast. Het klein-bedrijven-terrein is in het verleden
een bijzonder moeilijk punt geweest, omdat uit de opzetten, die we
op verschillende plaatsen gemaakt hebben, steeds gekomen is een veel
te hoge grondprijs. Een prijs, waarmee wij en ook de commissie Groeh^
en Ontwikkeling, enfin het is eerder besproken, eigenlijk niet voor#
niet achteruit meenden te kunnen gaan. Bij de provinciale plan-dienst
wordt intussen als heel normaal gehanteerd een prijs van 55»
per meter volgens de laatste informaties, Dat is een prijs, waar ze
daar niet gek van opkijken.
Ik kijk er eerlijk gezegd nog wel gek van op. Want wij, hebben erva
ring opgedaan met die grond van Merhottein. Die was concreet te koop
voor 27,50 en daar is een zunderts bedrijf geweest, vlakbij, dat in
moeilijkheden zat en eigalijk nog uitbreidingsproblemen heeft en naar
onze smaak qua ruimte niet beter terecht kon. We waren bereid om in
samenwerking met dat bedrijf die grond te kopen. Een gedeelte aan het
betreffende bedrijf te laten en een gedeelte zelf achter te houden
om weer uit te kunnen geven aan andere liefhebbers. Dat is niet
doorgegaan, want dat bedrijf zag daar niets in en zei: Die prijs is
volstrekt onmogelijk en dat geluid hebben wij van andere gegadigden
ook gehoord en dat is in wezen de knel. De prijzen die uit opzetten
komen, die stedebouwkundig haalbaar zijn, waarmee je de provinciale
eindstreep haalt, zijn voor de zundertse ondernemers veel te hoog.
Die kan men niet betalen. We geven de moed niet op. We hebben in-
tussen weer een andere situatie op het oog, maar IJ moet me ten goed^'
houden, dat ik daar op het ogenblik niets over zeg, want het is
volstrekt onrijp. Maar mocht het lukken, dan zullen we U daar nader
over inlichten. Dat hoeft niet zo lang te duren. We blijven bezig,
maar het is met name met het oog op de prijzen, die' ex uit gaan komen
en met het oog op de betaalbaarheid voor de bedrijven, waar het om
gaat, een bijzonder moeilijke zaak.
IJ hebt daar gezegd: De openbaarheid brengt mee, dat er in de avond
uren zal moeten worden vergaderd en dat zou de raad moeten beslissen
en niet de commissies zelf. Ik heb er geen moeite aan om die commis
sies vergaderingen te laten aankondigen, maar wel om die commissie
leden nou als kleine jongens de boodschap te geven: Denk er aan, dat
je in de avonduren vergadert. Ik heb één vergadering van een commis
sie, waar ik zelf voorzitter van ben, Groei en ontrwikkeling, gesteld
in de avonduren. Het leek mij een redelijke tijd en ik hoop van de
commissie te horen, dat ze het daar voor de toekomst mee eens kan
zijn.
Maar ik vind het een betutteling door de raad, als de commissie zelf
niet kan vaststellen waar en wanneer die commissie vergaderen wil.
Dat vind ik gewoon bevoogding van de commissies in kwestie.