zo'n mooi trottoir liggen langs de Rabo-bank, een heel brede,
waar de mensen netjes over kunnen lopen. Het is misschien 50 m.
om, maar er is ruimte genoeg en die blijft nu gewoon liggen,
want als men straks dat trottoir in de Laarsestraat zal plaatsen,
dan dient die stoep voor niemand dunkt me. En dat vind ik toch
wel jammer. En moeten we nu echt een trottoir gaan leggen om
de mensen in de geleghheid te stellen 50 m. minder te lopen.
Ik plaats daarbij mijn vraagtekens.
De heer Laseroms:
Ik vind het nodig voor de bejaarde mensen.
De voorzitter:
Ik wil de heer Marijnissen vragen dit toe te lichten.
De heer Marijnissen:
Het is namelijk zo, mijnheer de voorzitter. Op de eerste
plaats is het streven van het college - en ik dacht dat het altijd
zo is geweest - dat we in onze gemeente goede voetpaden hebben.
Dat acht het college belangrijk. Dat laat op sommige plaatsen te
wensen over. Ik heb de situatie in het Laarsestraatje op diverse
tijdstippen bekeken. Misschien heeft de heer Jacobs wel gelijk.
Ten dele deel ik zijn mening, alleen is het wel zo dat het meren-
déel van de bejaarden, die we in onze gemeente hebben, eigenlijk
zo'n beetje in deze hoek van de gemeente wonen. Er zijn er nogal
wat die wonen in het Nederven en een hele boel wonen in het
Elisabeth-rusthuis. Van de andere kant is het ook weer zo dat, als
je 's avonds door het straatje loopt en men in de winter - en dat
vind ik een zeer belangrijk punt - verplicht is op het wegget
je te lopen, de situatie tengevolge van het snelle verkeer van
o.a. brommers daar zeer gevaarlijk $oor deze mensen. En ik acht het
als zodanig beslist verantwoord dat we daar dat trottoir gaan aan
leggen. Dat is het eerste wat ik er over wilde zeggen.
De voorzitter:
Dank u wel, wethouder. Nog andere heren?
De heer Jacobs:
Dan verschillen wij van mening.
De heer Laseroms:
Wij ook.
De heer Jacobs:
Ik zie het echt niet zitten wat de heer Marijnissen zegt. Die men
sen moeten daar niet lopen. Die kunnen over het trottoir lopen,
dat er voor aangelegd is.
De heer Laseroms:
Dat is daarvoor niet aangelegd.
De heer Jacobs:
Als we de Tuintjes moeten gaan verharden. Ik bedoel het pad bij
Herreijgers. Dat loopt ook naar de bejaardenwoningen. Dat is ook
weer iets om te verharden.
De heer Laseroms
Dat was toch ook de bedoeling.
De heer Jacobs:
Ik weet het niet. Daar bij Herreijgers?
De heer Laseroms:
Nee, dat beweer ik niet. Maar dat padje dacht ik van wel.