vol "beroep op de raad.
Be heer Zwaard:
Het was ook heel soherp gesteld en ik begrijp in deze ook de moei
lijkheid wel. Goed, ik heb dan toch de helft gekregen.
Be voorzitter:
Bat zullen wij dus doen. Ik neem overigens aan dat u kunt volstaan
met de toezegging dat het college die gewoonte zullen aannemen. U
ma.g ons op de vingers tikken, als wij het niet gedaan hebben.
Be heer Valk:
Ik had eigenlijk tussendoor al willen reageren. Ik kan me volledig
achter de gevoelens van collega Zwaard stellen, maar zoals de voor
zitter meedeelde is dit in deze ministeriële beschikking niet ge
woonlijk zaak. Ik wil daarbij even opmerken dat al is het beroep
niet officieel in de verordening aanwezig het beroep er altijd is,
wanneer men zich tot de raad richt. Als men een verzoek aan de raad
richt, dan wordt het in de raad behandeld. Bat zou in dat geval
mogelijk kunnen uitmonden in een wantrouwen tegenover de wethouder.
Ik wou dat maar even opmerken. Beroep is in wezen altijd mogelijk.
Het is dan het aanvallen van een beleid. Maar in deze is het nor
maal niet gewoonlijk om hier beroepsmogelijkheden te scheppen.
De voorzitter:
TJ moet wel in de gaten houden, mijnheer Valk, dat burgemeester en
wethouders op grond van een aantal regelingen taken hebben gekre
gen, waarvoor we niet in détail aan de raad verantwoording
moeten geven, maar waarvoor we alleen ten aanzien van beleid ver
antwoording aan de raad verschuldigd zijn. We krijgen vanuit de
rijkswinkel een aantal opdrachten om dingen te doen, waarvoor we
eerder naar de minister moeten kijken dan naar de raad. Bat is nu
eenmaal het systeem van zelfbestuur in dit land. Dan gaan we
misschien,een nieuw systeem maken, dat complementair systeem heet,
ma.sn" danaat daarin nog sterker tot uiting komen. Burgemeester en
wethouders hebben een eigen taak op grond van een aantal wettelij
ke regelingen en die taak is ons opgedragen en dat is niet een
taak die afkomt uit de autonome sfeer van wat de gemeentewet
burgemeester en wethouders laat doen als dagelijks bestuur. Dat
moet u in de gaten houden.
De heer Valk:
Dat houd ik in de gaten, maar het blijft toch wel degelijk in het
beleid van burgemeester en wethouders zitten. Ik neem aan dat bur
gemeester en wethouders dat beleid volgt, maar stel dat door om
standigheden een uitspraak van burgemeester en wethouders is ge
vallen op een verzoek om een bepaalde subsidie, die niet helemaal
overeenkomstig de regels van de minister zouden zijn. Ban kan ik
me toch levendig voorstellen dat de raad een dergelijk beleid niet
steunt. Ik dacht dat dat in dat geval terecht zou zijn.
De voorzitter:
Wanneer er van een beleid op dat punt sprake zou zijn, dan zou u
gelijk hebben, maar u mag toch niet op iedere incidentele beschik
king zout gaan leggen. Maar goed, we begrijpen elkaar wel.
Maar het is theoretisch, moet ik zeggen, want ik kan me de omstan
digheid niet goed voorstellen waarom dit hier zou gebeuren.
De heer Valk:
Maar ik wou alleen maar opmerken dat die mogelijkheid er in zit.
De voorzitter:
Goed. Zijn we het er verder mee eens heren?