-18- Vaststelling verordening geldelijke steun bewoners bij woningverbetering en krot ontruiming onder ogen moeten zien hoe dat eventueel ingepast kan worden, als we dat inderdaad zouden en kunnen en willen gaan doen. Daarover is nog niet gepraat. Het voornemen is nog een groot woord. TJ moet ons wel even de tijd geven om het ei te leggen. Voor het overige kunt u het wel met het besluit eens zijn? Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 5Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van een Verordening geldelijke steun bewoners bij woningverbetering en krotontruiming De voorzitter: Ik hoop dat u uit het duidelijke voorstel - dat is niet een compli ment aan onszelf, maar aan degene die het gemaakt heeft - kunt zien wat er te gebeuren staat én op het punt aan de rijksregeling én op het punt van de gemeentelijke regeling. De regeling die wij nu kunnen vaststellen is een geheel nieuwe regeling. Wie wil het woord daarover? De heer Zwaard: Een klein iets mijnheer de voorzitter. Ik ben blij met het voor stel dat nu ter tafel ligt. Wij hebben er al dikwijls om gevraagd en nu ligt ie hier voor ons. Dat vind ik zeer positief. Alleen mis ik iets in die verordening. De beroepsmogelijkheid is hierin niet opgenomen. Ik meen dat er eventueel een beroep bij de raad inge diend zou moeten kunnen worden. En daarbij wil ik toch wel nog de aantekening stellen dat hieraan de nodige publiciteit gegeven moet worden door middel van publicatie in de krant. Een bepaalde voorlichting aan de burger dus. Dat is wat ik er van wil zeggen. De voorzitter: Ik kan u over de mogelijkheid van beroep niet veel zeggen. Die is niet gebruikelijk in dit soort zaken. De heer Zwaard: Die mogelijkheid moet toch ergens open staan. De voorzitter: Niet altijd. Wij geven heel veel premies op grond van ministeriële regelingen. Het is een ministeriële regeling, die aan burgemeester en wethouders iets opdraagt en binnen het kader van die regeling doen wij bepaalde dingen. Meestentijds worden dit soort regelingen uitgevoerd onder het toezicht van de betrokken minister. Voor een formele beroepsprocedure voel ik eigenlijk verschrikkelijk weinig. De heer Zwaard: Ik vind toch wel - het zal niet veelvuldig behoeven voor te komen - dat een beroepsmogelijk gewoon open moet staan, om het zo democra tisch mogelijk te laten geschieden. De voorzitter: Ik weet niet of de raad het meest aangewezen orgaan daarvoor is. Het toedelen van premies is duidelijk de taak van burgemeester em wethouders in ons bestel. Wij voeren de opdracht van de minister uit binnen objectieve regels. Er is bij geen van dit soort zaken beroep voorzien. Wij hebben tal van premieregelingen, die wij moeten toepassen en die passen wij toe ter uitvoering van ministeriële regelingen. Daarbij is nooit beroep op de raad. Ik zou u sterk afraden om dat te gaan invoeren, want dan zou u bij iedere weigering onmiddellijk het geloop in het publiek krijgen.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 356