-15- De wethouder van openbare werken heeft er al heel wat aandacht aan besteed. Misschien wil hij er nu nog wat van zeggen, voordat het een operette wordt. De heer Marijnissen: Dat is natuurlijk niet de bedoeling, maar het is dat er nu één paaltje staat. Dat hebben we samen bekeken. Ik dacht dat het op een goede plaats staat. We hebben er nog een in reserve. We willen eerst bekijken hoe de situatie zich ontwikkelt. Als er beslist aanleiding is om er eentje bij te zetten op die andere hoek, dan zal dat tezijnertijf beslist gebeuren. Nota over concept-ontwerp 3- Nota van burgemeester en wethouders over het concept-ontwerp van van Wet reorganisatie Wet reorganisatie binnenlands bestuur, binnenlands bestuur. De voorzitter: Wie wil op de nota nog ingaan? De heer Valk: Mijnheer de voorzitter, het is een nota van burgemeester en wet houders over deze kwestie. Er wordt eigenlijk geen uitspraak van de raad voorgesteld. Er komt tot uiting dat we als de gemeente raad instemt met de gedachte van burgemeester en wethouders er geen vierde bestuurslaag bij moet komen. Dat houdt dus in dat we in principe achter het voorstel van de regering staan, al zijn daarop wel wat aanmerkingen te maken met betrekking tot het ont nemen van bepaalde bevoegdheden aan de gemeenten en waar ik wel achter kan staan, mijnheer de voorzitter. Ik vraag me op een ge geven moment wel af wat we nu gaan doen. We laten eerst de re gering een uitspraak doen of die vele provincies er moeten komen. Maar ik weet het niet, mijnheer de voorzitter. Komen die er niet dan zitten we dus met onze oude provinciale indeling en wij gaan maar rustig door, terwijl we het er mee eens zijn dat de gewesten, die aan het ontstaan zijn, en op de duur blijven, uitmonden in een vierde bestuurslaag. Ik geloof dat we het daar wel allemaal over eens zijn. Moeten wij dan die gewestvorming niet stopzetten totdat de regering een defintieve uitspraak heeft gedaan over wat we gaan doen, want anders zijn we een beetje dubbel werk aan het verrich ten. We zijn het er allemaal over eens dat er geen vierde bestuurslaag moet komen. De voorzitter: Eerst, wat moeten we doen? We zitten in een merkwaardige toestand. We kunnen onze mening ter kennis brengen aan de provincie en de provincie zou, als ze nog tijd heeft, een en ander in haar advies kunnen betrekken. Gedeputeerde Staten hebben ons gevraagd: hebben jullie opmerkingen die we in de Staten kunnen bespreken. Maar de minister heeft ons niets gevraagd. Ik weet niet wat je van in spraak moet denken. De heer Valk: We staan helemaal achter het standpunt van het college. Die in spraak is heel gering. De gemeenteraad kan zich hierover nauwelijks uiten. Maar het principe is dat we moeten stellen dat er geen vierde bestuurslaag komt. Die wilt eigenlijk niemand. We mogen ons toch wel vast prikken op de suggestie, die gedaan wordt om meerdere provincies in te stellen en de vraag, welke bestuur lijke taken verricht moeten worden. Daar kunnen we lan# en brééd over praten. Maar dat schiet het doel voorbij, mijnheer de voor zitter. Ik geloof dat als we allemaal tegen een viade be stuurslaag zijn, de vraag rijst wat er dan gebeurt, terwijl we bezig zijn een vierde bestuurslaag op te bouwen. Ik vind dat een rare situatie.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 353