antwoord. Wie wil erop reageren? De heer Jacobs: Zoals ik daarnet al gesteld heb, mijnheer de voorzitter, willen wij wel de ontwikkelingsavonden subsidiëren. Ik weet niet hoe dat het beste gedaan kan worden. Misschien dat ze met een nieuw ver zoek zullen komen. Maar wat ik ook wel even kwijt wil is het vol gende. Ik heb de begroting bekeken van Krieties Appel. En dan rijzen bij mij nog vele vraagtekens, namelijk betreffende het volgende. Er staat begroot een bedrag van 540,- voor huur; organisatiekosten 885,Dat laatste wordt gespecificeerd met: literatuur ten behoeve van de redactieraad met 200,—; kosten vergaderingen: 20 maal 12,50. En dan aan affiches, reisgelden en correspondentie 275,En dan krijgen we nog representatie kosten: 160,Bij de inkomsten krijgen we: bijdaage leden 960,—. Er staat niet bij: zoveel leden maal een bedrag. Er staat gewoon een bedrag van 960,-. Dat kan één lid zijn of het kunnen er honderd zijn. Dat zijn bij mij dus de vraagtekens, die ik bij de eerste behandeling tegens de jongens van Krieties Appel heb ver teld. Ze komen weer gewoon met dezelfde begroting terug. Nee, dat bevalt me niets. Maar het punt dus van die ontwikkelingsavonden - dat hebben wij de vorige keer ook gezegd - die willen wij gerust subsidiëren. De voorzitter: Daarop even reagerend. Ik geloof wel dat een voorlichting, die een voldoende serieuze opzet heeft, na een redelijke aankondi ging voor subsidie in aanmerking kan komen. Maar ik geloof dat wij van onze kant daar toch wel kritisch tegenover mogen staan. En moeten staan. Ik geloof niet dat we zonder meer moeten zeggen: ja, dat zullen we doen. Ik begrijp uw bereidheid, maar ik neem aan dat u dat niet in alle omstandigheden zal overnemen. De heer Jacobs: Ja. De voorzitter: Goed; dan ben ik nu bij de heer Valk gekomen. De heer Valk: Mijnheer de voorzitter, de reactie van de heer Kunst was in eerste instantie dat hij de zaak betreffende de publiciteit toch wel graag zelf verbeterd zag, maar dat schijnt geld te kosten, dat het plaat selijke blad niet kan opbrengen. Maar, mijnheer de voorzitter, hij geeft wel toe dat er tekort geschoten wordt. De heer Kunst: Ik heb gezegd dat het verbeterd kan worden. De voorzitter: Dat is een belangrijke nuance. De heer Valk: Nou ja, iedereen mag het zijne er van denken. Mijnheer de voorzitter, ik ben u persoonlijk op uw tenen gaan staan, maar dat is allerminst mijn bedoeling geweest. Niet dat ik bang ben om op uw tenen te trappen, maar dat is nooit mijn bedoeling. De voorzitter: Ik begrijp u heel goed. De heer Valk: Maar ik vind het wel jammer - maar dat zal wel aan mij liggenjmijn- heer de voorzitter - ik heb met het woord overheid in dit geval

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 346