dat het Opbouwwerk dit blad steunt. Daarmee wordt de zaak dus in
direct gesubsidieerd door de gemeente. En de vraag is eigenlijk
hoe we daarover moeten denken. Maar dat is nu niet aan de orde.
Mijnheer Kunst heeft gereageerd op hetgeen de heer Valk naar voren
heeft gebracht. Als de heer Kunst dat niet gedaan zou hebben, dan
zou ik zelf daar wel opgekomen zijn. Ik wil twee opmerkingen maken.
De heer Kunst wees op de beperkingen die het Zunderts Weekblad
heeft, maar het Zunderts Weekblad doet zijn best om zo goed moge
lijk informatie te verstrekken. De enkele mededeling dat het
tekort schiet, vind ik gelet op de veelheid van onderwerpen, die
behandeld worden, een te sterke constatering. Mijnheer Valk ver
geet ook, dacht ik, wel dat met name het dagblad de Stem een ge
trouwe en goede weergave geeft van hetgeen hier in de gemeente om
gaat. Ik moet u zeggen dat - ik weet niet of ik het al eens eerder
gezegd heb - in de jaren dat ik lees wat de Stem schrijft over de
ze gemeente en dan zijn het misschien niet altijd mijn eigen woor
den, maar ik kan niet anders zeggen dan dat de Stem tracht en daar
in meestentijds ook zeer goed in slaagt om datgene wat hier om
gaat behoorlijk weer te geven. Wij hebben aan dit blad een heel be
hoorlijke plaatselijke krant mede. Voorlichting door de overheid.
Nu gaat u op mijn tenen staan, mijnheer Valk, want wij doen al dat
gene dat wij kunnen om de mensen hier te informeren en wij geven
ook een blaadje uit bij gelegenheid van iedere raadsvergadering
en dat wordt thuis gestuurd naar iedereen die het vraagt. Ze be
hoeven het maar één keer per jaar te zeggen en ze krijgen de
hele bundel raadsstukken thuis. En die gaan naar 160 tot 170 abon-
né-*-s. Dat kost een bonk geld, maar wij vinden dat dat geld goed
besteed is. Het is natuurlijk een mooie kreet om te zeggen dat de
voorlichting door de overheid tekort schiet. Maar je moet natuur
lijk ook niet gaan dwingen om belangstelling te hebben. Wij hebben
hier een aantal stoelen gekocht en men kan hier gaan zitten. En
als de mensen zeggen: het is vanavond mistig en we komen niet, we
blijven liever thuis, dan moet u dat respecteren. moet niet
dwingen om belangstelling. Wij bieden de gelegenheid. Wie het heb
ben wil,kan de informatie krijgen. Hij kan kennisnemen van alle
stukken. Er is onzerzijds ruim voldoende openheid en bereidheid
om informatie te geven. We maken het bezoeken van raadsvergadering
en zo aantrekkelijk mogelijk. Wij zijn niet voor niets hier in de
hal gaan zitten, want we meenden dat de tribune boven volstrekt
ontoereikend was en dat wilden we niet. En als we maar menen dat
het onderwerp van de avond met zich meebrengt dat er veel belang
stelling zal kunnen zijn, dan weet u uit ervaring dat we de hele
kermis hier beneden opstellen, hoewel het gemakkelijker is om het
boven af te werken. Om te zeggen dat de overheid tekort schiet,
dat wens ik te ontkennen en ik wil daarbij nog aantekenen dat,
wanneer bijvoorbeeld van de zijde van de scholen gevraagd wordt -
en dat is niet het grote publiciteitswerk, dat we daarbij plegen -
om hier het gemeentehuis te bezichtigen en om voorlichting te krij
gen over het werk van de gemeente, dan worden dergelijke verzoeken
altijd toegestaan. En het zal de eerste keer niet zijn dat men hier
klassen tegenkomt en dat er ineens een ambtenaar binnen
komt met een aantal leerlingen van een van onze scholen en zegt:
ze willen eens graag de werkkamer van de burgemeester zien en wat
doet u nu hier eigenlijk.? Daar staan wij royaal voor open en daar
hebben wij altijd tijd voor. U stampt dus op mijn tenen wanneer
u zegt dat de voorlichting door de overheid tekort schiet. Mis
schien schieten wij objectief tekort in die zin dat we het nog
verder zouden moeten uitdragen. Ik zie voorlopig nog niet zitten
hoe redelijkerwijs gegeven de feitelijke belangstelling - en be
denk dan ook dat bij staten- en de raadsverkiezingen goed 60
van de kiezers is opgekomen - verhoogd zou kunnen worden. Als men
het dan niet wil, dan verkiest men het zelf niet te willen weten,
maar ik vind het dan toch een onderschatting van de intelligentie