De heer Huijbregts:
Mijnheer de voorzitter, reeds eerder werd in de raad een subsidie
verzoek van Krieties Appel in behandeling genomen. En door de
meerderheid van de raad werd dit voorstel van burgemeester en wet
houders verworpen. Onze fractie heeft zich toen opgesteld achter
de aanvrage van Krieties Appel. Nu er een tweede aanvraag ligt,
mijnheer de voorzitter, kan ik u mededelen dat onze fractie deze
tweede subsidie-aanvrage van Krieteis Appel weer volledig onder
steunt. Wij zijn een fractie, mijnheer de voorzitter, die door
Krieties Appel op geen enkele wijze in bescherming wordt genomen
en onze fractie heeft geen enkele binding met Krieties Appel. Dit
om u duidelijk te maken, mijnheer de voorzitter, dat wij geen eigen
belangen nastreven. Trouwens, het is algemeen bekend dat ook wij
wel eens een veeg uit de pan meekrijgen. Dit neemt niet weg dat
wij het werk van Krieties Appel respecteren. Deze mensen, mijn
heer de voorzitter, zetten zich geheel belangeloos in voor een
zaak, waar onze fractie belang in stelt. Wij beschouwen het door
Krieties Appel uitgegeven krantje als een informatief blaadje voor
de bevolking. En aan goede informatie, mijnheer de voorzitter, is
grote behoefte. Nog meer respecteren wij Krieties Appel, omdat zij
geen enkele binding heeft met een hier zittende fractie. Ik heb ge
zegd, mijnheer de voorzitter, dat ik het kritisch krantje beschouw
als een informatief krantje voor de bevolking. Men informeert de
bevolking over de plaatselijke politiek. En als men dat niet altijd
leuk vindt, is een tweede, mijnheer de voorzitter, maar is het geen
gezonde realiteit, mijnheer de voorzitter, dat wij kritisch worden
beoordeeld? Wij dachten, mijnheer de voorzitter, dat dit paste in
het raam van een democratische samenleving. Mijnheer de voorzitter,
wordt over het algemeen genomen vaak niet de schijn gewekt ook bij
en door overheidsinstanties dat onze jongeren leven in een ander
werelddeel en dat men de jeugd niet verstaat of niet wil verstaan.?
Is er niet teveel gebrek, mijnheer de voorzitter, aan onderling
vertrouwen. Zou het ons ouderen niet sieren, mijnheer de voorzitter
zou het geen verrijking zijn als wij elkaar leren aanvoelen en
trachten van elkaar te leren? Meten wij ouderen, mijnheer de voor
zitter, ons niet te vaak het predicaat aan dat wij de best-weters
zijn. Krieties Appel volgt niet alleen de plaatselijke politiek,
maar houdt zich ook bezig met de behandeling van de sociale wet
geving. Neemt de sociale wetgeving, mijnheer de voorzitter, geen
speciale plaats in ons hedendaags bestel? En werkt die uitvoerige
behandeling van de sociale wetgeving niet verhelderend voor onze
bevolking? Bewijst men de bevolking daarmee geen dienst mee, mijn
heer de voorzitter? En is dit geem gemeenschapsbelang? Wat dacht u
van behandeling van milieuzaken en de zeer goed gekozen films en
de diverse artikelen over landelijke en internationale onderwerpen?
Is het niet prijzenswaardig, mijnheer de voorzitter, dat wij in
onze Zundsrtse gemeenschap nog jonge mensen aantreffen, die hun
vrije tijd volledig in dienst willen stellen van onze bevolking?
En is het dan zo verwonderlijk, mijnheer de voorzitter, dat deze
mensen onze steun en medewerking vragen voor een zeer nood zakelijke
subsidie. Ik verondèrstel, mijnheer de voorzitter, dat ook u een
trouw lezer bent van het kritisch krantje. Wij allen krijgen nog
al eens kritiek. Laat het een goede eigenschap van ons zijn, mijn
heer de voorzitter, dit sportief op te vatten en waar nodig daar
uit lering te trekken. Mijnheer de voorzitter, hedentendage leest
men veel over openheid en gebrek aan informatie. Ik meen dat ook
u bij diegenen behoort, die voorstander zijn van openheid en goede
informatie. Wat belet ons, mijnheer de voorzitter, om Krieties
Appel, de gevraagde subsidie te onthouden of is het de bedoeling,
mijnheer de voorzitter, Krieties Appel monddood te maken? Onze
fractie is van mening, mijnheer de voorzitter, dat men Krieties