-33- het is omdat als je met de pet gaat gooien naar voorschriften en maatvoeringen en al die dingen meer in de stedebouwkundige concep tie, je dan in de korste keren in een situatie terecht komt, waar in eigenlijk alles mag en niets zo verschrikkelijk erg is. En gaat u dan maar over de landsgrens kijken wat dat hier en daar tot ge volg kan hebben. De heer Wissing: Het is, ik ontdek het zelf, merkwaardig dat ik mezelf tegenspreek, want die meter is ongeveer, en wel om de reden dat burgemeester en wethouders het recht hebben om 10af te wijken. Dat wil zeg- gen dat 5 meter in feite in de voorschriften varieert van 2.70 m tot 3.30 m. De voorzitter: Daar praten we niet eens over,maar goed...Zo scherp zijn die kanten niet. De scherpe kanten, die wij tot nu geannonceerd gekregen heb ben liggen wel wat scherper dan de heer Bellis nu zegt. Dat zijn aanzienlijkere afwijkingen dan enkele metertjes. Dat gaat om heel andere dingen. Als u nu nog andere dingen hebtdan wil ik. De heer Bellis: Die bestemmingsplannen komen nog aan de orde. Dan krijgen we nog voldoende gelegenheid. De voorzitter: Die krijgt u. Goed,heren, dan zou ik nu de heren Wissing en Ouwens willen danken voor hun bijdrage vanavond en voor het feit dat ze hier gekomen zijn en toelichting en antwoorden hebben gegeven. Ik hoop dat we op korte termijn bepaalde van belang zijnde vragen aan een eind zullen kunnen krijgen. De vragen over het buitengebied. Ik heb u daarover geen onzekerheid willen laten. Ik heb uitdruk kelijk gezegd en ik wil het nog eens een keer doen dat toch die wijziging van het plan niet zal brengen, wat u ervan denkt. Ik vrees dat de nieuwe toestand van de mens erger zal zijn dan de vorige en ik wil niet nalaten dat nogmaals onder uw aandacht te brengen. Ik hoop dat wij met de herziening van de plannen in de bestaande kommen voortgang kunnen maken, omdat, en dat komt er bij de inventarisatie uit, bij een aantal gevallen geholpen zou moeten kunnen worden. Het zou verschrikkelijk belangrijk zijn als daarin een wijzigingsbevoegdheid ingebouwd werd opdat wij in voorkomende gevallen, al dan niet onder goedkeuring van de pro vincie een wijziging in gang kunnen zetten. Dat zou een goede zaak zijn, als u die bevoegdheid aan het college gaf. Dan moet er de provincie nog wel over oordelen, maar de provincie moet er toch al tijd over oordelen. Dus wat kan dat schelen. Het is van belang dat we zo snel mogelijk uit die kwestie van die bijgebouwen komen. Het is een zaak, die bij de mensen zeer sterk leeft. Die vraagt ook om een bevredigende oplossing, zij het dan dat men moet toegeven dat er ergens een grens moet liggen en dat er altijd wel eens ie mand aan die nieuwe grens toekomt. Vandaag verruim je het en morgen is het niet goed meer. Daar moet u wel rekening mee houden. U zal altijd wel ergens een stramien en een keurslijf moeten houden. Daar is het land te vol voor. Zelfs Zundert is daar te vol voor.En dan hoop ik voor het overige dat dus de regelingen, het totstand komen van de plannen voor de uitbreiding voor wat u noemt Nieuw Zundert, wat ik een aansprekende naam vindt, voor de afronding van de Berk, voor de struotuurproblemen ten aanzien van het verkeer. Enfin, wij hebben u wel wat op de boterham gelegd. Als u heren van de raad, eens even in uw eigen geheugen graaft en eens kijkt wat er aan plannen loopt en wat er aan werk loopt, dan wil ik toch wel stellen dat de heer Wissing en zijn

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 337