De heer Zwaard: Nou, daar valt altijd nog over te praten. De heer Wissing: In verband met die opdracht aan de gemeente om dat overigens al zes jaar geleden klaar te hebben is het nodig dat we dat eens doen en daar is al eerder door een Beraadsgroep, door de Kroon ingesteld, een zekere richting gegeven hoe en wat er moest gebeuren. Dat ge beurt overall in alle gemeenten, waar meldingsgebieden zijn. Nu, zou ik bijma zeggen»allemaal een beetje op hetzelfde moment. We zijn overal bezig. De heer Zwaard Ik dank u wel. De voorzitter: Had u nog andere vragen, mijnheer Zwaard? De heer Zwaard: Voorlopig niet. De voorzitter: Is het u mogelijk om te reageren op hetgeen de heer Wissing zei ten aanzien van het beleid van de provincie met betrekking tot die vrije agrarische gebieden? Dus het systeem van het aanduiden van erven,waar de bebouwing mag zijn. Kunt u daarop al reageren of vindt u dat op het ogenblik nog niet geschikt? De heer Zwaard: Ik wil eerst even afwachten. De voorzitter: Goed. Dan geef ik graag het woord aan de heer Pellis: De heer Pellis: Mijn eerste vraag of beter gezegd mijn eerste probleem is dit. Zundert heeft geen plaats voor kleine zelfstandigen, terwijl de kleine zelf standigen toch onmisbaar zijn in de samenleving. Wanneer nu bijvoor beeld een expediteur een aanvraag doet om zich te vestigen in Zundert, bijvoorbeeld in het buitengebied, dan wordt gezegd: kan niet, want u mag daar niet wonen, want het buitengebied heeft een andere bestemming Dan wordt ie geplaatst in een woonkern alsof dat heel normaal is, ter wijl ie in de woonkern zélf ook niet mag zijn. Bovendien bezorgt het bedrijf daar een grote overlast. Naar mijn persoonlijke mening zie ik geen andere oplossing dan zo iemand te plaatsen in het buitengebied, waar hij niemand stoort, waar de zaak dus een oplossing kan krijgen, want we moeten een oplossing hebben. Dat was het probleem. De voorzitter: Het verwondert ons hier achter de tafel dat de heer Pellis nu ineens een heel ander standpunt inneemt ten aanzien van expeditiebedrijven in de kom, maar ik dacht dat dat een zaak is die bij een andere ge legenheid wel eens uitgediept kan worden. Mijnheer Wissing, kunt u verder reageren? De heer Wissing: In beginsel geloof ik, mijnheer de voorzitter, dat de heer Pellis gelijk heeft, wanneer hij zegt dat er plaats moet zijn voor kleine zelfstandigen binnen Zundert. Dat vind ik absoluut noodzakelijk. Dat behoort tot het leven, dat zeker voor de kleine zelfstandigen die ook de bevolking voorzien en de hele bedrijvigheid op gang houden, ruimte gevonden wordt. Ik ben het in zekere zin met hem eens dat het jammer is als je hem zodanig plaatst, zeker wanneer het een kleine zelfstandige is die een zékere mate van hinder geeft.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 316