dit jaar in Zundert zijn begonnen al vast voor de meldingsgebieden
een bestemmingsplan te maken, even vooruitlopend op de hele regeling
van het buitengebied. En dat betekent nu dat zo ongeveer panklaar
een plan ligt voor de meldingsgebieden. Die gebieden moeten we in
het plan voor de buitengebieden er even uit houden. De meldings
gebieden kunnen binnenkort in procedure worden gebracht en dat be
hoeft verder geen problemen op te leveren, want binnen die meldings
gebieden - dat zijn dus de donkere vlekken op die kaart - zitten
verschillende bestemmingen. Daar zit in bestemming natuurgebied,
bestemming bos, als het een exploitatiebos is. Er zitten ook enkele
agrarische gebieden met natuurwetenschappelijke en landschappelijke
waarden in. In de omgeving daaromheen kan je daar gewoon mee door
gaan met die beschermingszöneslandschappelijk waardevol agrarisch
gebied, en zovoorts. Het is meer een procedurele kwestie dat die als
een apart vlekje op de kaart staan dan dat inhoudelijk die begrenzing
in de regeling veel betekent. Er kunnen in het buitengebied best
agrarische gebieden zijn met landschappelijkewaarden en
natuurwetenschappelijke waarden, die vlak bij de meldingsgebieden
liggen.
De heer Wissing:
Het is direkt duidelijk uit hetgeen de heer Ouwens zegt en dat u op
de kaart kunt zien dat u volkomen gelijk heeft en dat hebben we in
tussen wel ontdekt dat die grens niet de grens is van het natuurge
bied, maar van het meldingsgebied en dat het daarmee een administra
tieve lijn is tussen tussdn het plan voor de meldingsgebieden en
en het nog te maken plan voor het overige buitengebied. Als die beide
plannen goedgekeurd zijn, dan passen deze aan elkaar en dan blijft er
dus een veel kleiner stuk aan echt natuurgebied over. Met een veel
meer logische grens overigens, namelijk de echte grens van het natuur
gebied.
De voorzitter:
Dit is een vooruitlopen op de rest van de zaak, mijnheer Zwaard. Het
vormt een deel van de legpuzzel.
De heer Zwaard:
Dat vind ik zonder meer positief dat men voor de meldingsgebieden
vooruitlopend op de rest een bestemmingsplan op tafel legt, naar wij
zoudén toch wel graag zien dat in de toekomst de andere gebieden, die
nauw verwant bij die gebieden behoren, opgenomen worden in een parti
eel plan.
De heer Wissing:
Het wordt ineens allebei analoog geregeld. Als de beide plannen, dus
het plan voor de meldingsgebieden en en het plan voor de rest
van het buitengebied, goedgekeurd zijn, verdwijnt die grens, omdat
binnen dat plan die variatie in de verschillende bestemmingen
dus ook in het meldingsgebieden plan zitten agrarische gebieden -
niet zo veel dacht ik - maar in ieder geval bos en andere gebieden.
De voorschriften zijn in beginsel gelijk.
De heer Zwaard:
Als ik het dan goed begrepen heb, dan wordt er dus terdege rekening
mee gehouden met eventuele beschermingszSneszogenaamde bufferzönes.
Ik dacht van wel.
De heer Wissing:
De bufferzönes zitten in het algemeen buiten de meldingsgebieden. Wat
dat betreft komt ongeveer wel uit dat het gebied binnen de meldings
gebieden in hoofdzaak in de ofwel de allersterkst beschermde zöne of
in de eerst daarop volgende zit.