uit de agrarische wereld gezegd is: leg dat nu ineens vast, want dan weten we waar we aan toe zijn. Het is verstandig om wanneer die keuze onafwendbaar lijkt en duidelijk daarop gericht is om ook die terreinen een zekere bescherming te geven en daar het gebruik te berperken tot het aanwezige gebruik. Het is gewoon zonde van het geld dat daarin gestoken wordt door mensen, die anders hun bedrijf zouden uitbreiden of vergroten. Het betekent natuurlijk wel dat er een schadevergoedings regeling tegenover staat van de lokale overheid of de hogere overheid. Omdat die kernen daar liggen zit er een zekere belemmering op het ab solute grondgebruik rondom de grenzen van de kernen, omdat je anders een onderlinge hinder krijgt, een hinder vanuit de bewoning, een hinde] voor het agrarisch gebruik en de teelt ook te dicht tegen de nieuw ontwikkelde of de bestaande ontwikkelde woongebieden aan ligt. Daar ligt een facet, waarbij het de moeite waard is om een zekere, laten we zeggen een nuttige regeling te maken. Dat gaat overigens over be trekkelijk kleine gebieden. In de praktijk lijkt die regeling op die van de bufferzónes van veel grotere omvang om de natuurgebieden heen, omdat ze in feite nagenoeg dezelfde belemmering kunnen geven en zul len geven aan het agrarisch bedrijf. Nu noem ik maar even twee facet ten, maar er doen zich veel andere ontwikkelingen voor, die ook om een regeling vragen. In het gehele gebied van uw gemeente doen zich natuurlijk ook allerlei andere werkgelegenheden voor of gaan zich in de toekomst voordoen. Dat zijn dingen, die je noemt: bedrijfsterrein of industrieterrein of die een plaats moeten vinden. U heeft een paar terreinen. Er zijn ook bepaald weer nieuwe terreinen nodig. We zoeken daar een plaats voor in de directé nabijheid van de woonkernen. Maar daarnaast is er ook werkgelegenheid, die verspreid is over het gehele gebied en die misschien in de toe komst voor een deel een lokatie vraagt buiten de kernen. Sommige vragen een goede bescherming wederzijds voor het bedrijf dat er zit en de omgeving ten opzichte van het bedrijf. Nieuwe ontwikke lingen kunnen gedeeltelijk voorzien worden en gelokaliseerd, de meeste in het buitengebied. Het lijkt daarom beter een regeling te maken dat op een bepaald moment daar een bedrijf op een plaats, die daar gunstig voor lijkt, ingepast kan worden door een planwijziging of door een wijzigingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders of de raad. Daar zijn twee principiële mogelijkheden voor. Er is dus een heel complex systeem te maken. De basis van uw beleid gaat dus worden, ik zou haast zeggen eenhele groep van dingen. Als eerste is daarbij wat het structuurplan heet, wat eigenlijk in dit geval zoals in vele gemeenten het geval is geldt voor de hoofdkernen, respectieve lijk de nevenkernen in zekere zin wat betreft de tekstuele vorm daar van. Dat de ontwikkeling van de bevoMng, gekoppeld aan de huisves ting daarvan, maar daar hoort toch bij dat het structuurplan aangeeft ook de ontwikkeling van de bedrijvigheid in het landelijk gebied en de repercussie daarvan op de kernen. Dus de wisselwerking tussen de twee hoofdelementen van de gemeente. Gekoppeld daaraan zijn en worden dus deelstudies verricht. Stukken daarvan vindt men in het plan bui tengebied, andere in de eventuele speciale facetplannen, die men kan maken voor de recreatie. Dat zal ook gedeeltelijk in het intergemeentelijk structuurplan gebeuren. Verder zitten er dus noti ties bij de bestemmingsplannen, die dan weer meer in détail het be leid uiteenrafelem en een beeld daarvan geven wat betreft de bouw, planning, situering van gebouwen, de vormgeving en de fasering van het totaal. Zo tekent zich - en ik hoop dat ik het in zékere mate duidelijk heb gemaakt - af wat wij voor u doen, hoe wij u trachten bij te staan. Hét is daarbij naar mijn mening natuurlijk van enorm belang dat wij van u zo nu en dan een geluid terugkrijgen, opdat wij weten dat u vindt dat wij het goed oben, respectievelijk er zijn wel dingen, die wij niet ontdekken. Dat wij de mening kennen van de ge meenteraad van wat wij onderzocht hebben en dat wij de zwaarte kennen van de keuzen. Zo gezegd kunnen die wel een anders liggen dan wij als adviseurs op enige afstand denken. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 311