-4- "bestemmingsplannen voor al de kernen, voor het gebied van de Berk, voor het nieuwe stuk van KLein-Zundert. Het structuurplan heeft een iets andere wettelijke regeling, maar geeft meer een integraal overzicht over het tótaal met alle redelijke motiveringen van de keuzen, die gedaan moeten worden en de gedachten daarover. Daar tussenin zitten dus veel klein schaliger de détailleringen van de woongebieden, de situering van de sporthal, de keuze van een profiel, de verharding, de architectuur van de gebouwen in verhou ding tot het stedebouwkundig plan. Dat is dus de kleinste schaal en dat loopt tot die hoogste schaal. In die hoge schaal vindt de afweging plaats van bijvoorbeeld het landschap, de aard van het land schap, de waarde van het landschap, het gebruik van het landschap door het agrarisch bedrijf en andere, het genieten van het landschap door de mensen die er in wonen, die er omheen wonen, die er in wande len of fietsen of die het van verre kunnen zien. Het leven zelf in het landschap, het milieu, zoals het ook wel genoemd wordt, van de flora en fauna die er is, respektievelijk nog bij zou kunnen komen als die er niet is. Dus wij proberen ook de potentiële mogelijkheden te achterhalen om te bekijken of er nog andere gebruiken mogelijk zijn, die nog mooier zijn, ptettiger ofmisschieneconomisch gezien waardevoller in de totale afweging. Zou het niet op dit moment zijn dan toch in een latere sitautie. En daaruit brengen wij eigenlijk bij u een beeld van wat het beste is of wat de beste mogelijkheden zijn, als die er meer zijn. Wij helpen u bij het bepalen van de keuze. Ik dacht niet dat wij er a priori van uitgaan dat onze keuze de beste is, maar wij hopen alleen de factoren duidelijk en helder voor u te maken en daarvoor moeten we eerst zelf het nodige onderzoeken. Dat doen wij niet alleen, dat doen wij in een zeer nauw overleg met de mensen ter plaatse, die u adviseren. Met de mensen van gemeente werken en van de sekretarie, die heel veel kennis van zaken hebben. We werken in de onderzoekingssektor heel vaak met het E.T.I. bijvoor beeld. Wij hebben met de Grontmij samen landschappelijke, ecologische onderzoekingen gedaan en ook de bodemkundige sitacuaties nagelopen. Met landbouw-mensen proberen we te weten te komen waar daar dus de belangrijke elementen zijn voor het bestaan en het gebruik van de grond. En zo proberen we dat totale beeld op te bouwen. Dat is dus ons werk. Ik geloof dat het goed is dat we ons even realiseren waar om dat nu moet. Een deel van het werk is eigenlijk voor u, raads leden en gemeentenaren, wat nieuw, naar ik meen. Dat was het voor ons een paar jaar geleden ook. Ik geloof dat het toch een goed iets is waarover we nadenken en niet, zoals vroeger gedaan werd vaak, het nemen van incidentele maatregelen. Ik geloof dat dan meer het element van macht, willekeur, aan de orde kwam dan nu, want nu pro beren we door goede studie, betrouwbare studie een duidelijk beeld te vormen en dan pas met een keuze te komen en daaruit aan te wijzen de methode, de voorschriften, de regels,die men moet stellen, te distilleren dus wat het beste is. Het oude, wat u kent uit de vroe gere tijd, is ook altijd gebleven. Vroeger heette dat uitbreidings plan, nu bestemmingsplan We wijzen de gebieden duidelijk aan voor bebouwing. We détailleren die gebieden. Er is op dit moment weer een streven onder de stedebouwkundigen, aansluitend bij de verlangens uit de bevolking zou ik haast zeggen, om te proberen iets flexibeler dan de laatste tientallen jaren gebeurd is zulke plannen vast te stellen zodat men iets gemakkelijker kan reageren op nieuwe ont wikkelingen in de architectuur, in de volkshuisvesting en met name ook op het specifieke facet van wat woonmilieu heet tegenwoordig. Dat wil zeggen de directe relatie van de woning met zijn eigen om geving, de straat, de speelplaats en dergelijke. Daar worden steeds meer leuke nieuwe dingen gevonden, die ook variatie brengen in het wonen en daarop moet zo'n plan kunnen antwoorddn zonder natuurlijk het totale plan, de samenhangende eenheid van zo'n plan aan te tasten

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 308