-3- men maar van onze "bevoegdheden wil afblijven, om het nu maar eens heel duidelijk te zeggen. De heer Valk: Niet alleen van onze bevoegdheden afblijven, mijnheer de voorzitter. Ik ben het er wel mee eens dat aan heel die structuur iets gedaan moet worden. Ik geloof dat iedereen het daarmee eens is. Maar als we enkele voorbeelden nemen de planologische dienst, waarover we het al eens meer gehad hebben, over uitbreidingsplannnen. Als wij des kundige stedebouwkundigen hebben, die plannen maken en dat er andere stedebouwkundigen de zogenaamde planologische dieiïst in de provincie daar nog weer eens iets aan moet gaan doen, mijnheer de voor' zitter, dan is dat een structuur die echt eens overhoop gehaald moet worden. Ik geloof dat er meer bevoegdheden naar de gemeenten kunnen komen, tenminste zonder een dergelijke kontrole, die dacht ik hele maal niet nodig is. De voorzitter: Ik dacht dat dat toch tot de vrome wensen zal blijven behoren. Mijn heer Valk, ik denk dat dat nu het laatste is dat zal verdwijnen. De heer Valk; Als niemand er iets aan doet, dan zal dat zo blijven. De voorzitter: Ook al doet u daar iets aan, dan De heer Valk: Als ik er alleen iets aan moet doen, dan zal er niets van komen, maar als we meerdere gemeenten in hetzelfde straatje kunnen krijgen, dan hebben we toch wel eens de kansdat we iets in die richting bereiken. De voorzitter: Ik moet u zeggen.dat is trouwens niet aan de orde hoor. Dat hele geval is niet aan de orde, want dat is namelijk het systeem van de ruimtelijke ordening. Daarin voorziet de wet op de ruimtelijke orde ning. De heer Valk: Bij het instellen van mini-provinciesals de grote provincies weggaan, dan hebben we toch kans dat dergelijke dingen toch voor wijziging in aanmerking komen. De voorzitter: Dat gaat dan toch wel aan de marge. Ik geloof dat het daar niet om gaat, mijnheer Valk. Als u die gelegenheid wil aangrijpen om daarover een kruistocht te gaan beginnen, dan vrees ik dat u helemaal niet gehoord zult worden. Maar laat ons voor het ogenblik even afwachten. Laten we aannemen dat we daarover nog geen uitgesproken mening hebben. Wij wachten dus af welke meningen er in ons verband naar voren komen en zien of we daarmee ons voordeel kunnen doen. In hoeverre we ons daarbij kunnen aansluiten en zo we dat niet vinden dan formuleren wij een eigen standpunt. Maar ik kan u wel verzekeren dat we natuur lijk in deze zaken geluid vanuit een enkele gemeente kunnen geven, maar het is in dat opzicht beter om bepaalde stromingen te ondersteu nen en daarop moeten we dus even wachten. Bent u het daarmee eens? TJ krijgt heus de kans. De heer Valk: Oké De voorzitter: Dan ben ik hiermede gekomen aan het einde van de ingekomen stuk-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 283