-21-
De voorzitter:
Maar, mogen we het eens even "bekijken.
De heer Zwaard:
Graag.
De heer Valk:
Mijnheer de voorzitter, even hij het punt van de heer Mouws. Het
is daarmee een "beetje verwant. Ik heb gedacht om het toen ter
sprake te brengen, maar het past toch wel meer bij de rondvraag.
We hebben uitbreidingsplannen in onderdelen en nieuwe plannen en
op een gegeven moment hebben we lang en breed gepraat over wat
men nu achter de woning moet hebben. Eerst 5 bij 8 en 40 m2, en
zovoorts. Ik heb feet geval aan wethouder Marijnissen voorgelegd
en ik heb er een klain antwoordje op gehad. Maar daar komen toch
wel rare dingen uit voort. Wanneer we op een gegeven moment als
richtlijn nemen die 50 m2, en eerst was dat minimaal 5 en 8 enzo
voorts, 40 m2. Dat moet men tenminste achter de woning hebben,
want anders is de leefbaarheid onhoudbaar. Die 40m2 grond is dus
uiteindelijk de conclusie geworden. Mijnheer de voorzitter, en
dan hebben we een nieuw uitbreidingsplan de Berk I van 1975»
Momenteel worden woningen gebouwd en nog niet bewoond met garages
er achter, waar die maat lang niet die 40 m2 haalt. Die richtlijnen
van die 40 m2 zijn ontstaan na de goedkeuring van Berk I en ik heb
nergens kunnen constateren dat die richtlijnen niet voor Berk I
zouden gelden. In Berk I zijn die voorschriften inderdaad zo los
dat het daar veel kleiner kan. Maar het komt mij toch wel vreemd
over, wanneer we in een nieuw gebied, terwijl we er heel lang
over gepraat hebben wat het nu eigenlijk moet worden,wat
is de minimale leefbaarheid, en zovoorts, op een gegeven moment
tuintjes tegen dat de koper - ik kom dat toevallig van een lief
hebber—koper te weten schrok van die kleine tuintjes. Zo is
mij dat er ore gekomen en ik ben daar ter plaatse gaan kijken.
En het komt mij inderdaad toch wel heel vreemd over. Ik vraag me
af: geldt dat niet voor Berk I. Ik wou daar toch wel wat duidelijk
heid over.
De voorzitter:
Daarin kan ik heel duidelijk zijn. De bepalingen van Berk I zijn
inderdaad afwijkend daarvan. Dat is ons bekend en dat is ook in de
commissie gezegd. Dat is in de commissie ruimtelijke ordening
aan de orde geweest, waarbij de opmerking kwam van de kant van de
stedebouwkundige - en die zou u bij het beroemde gesprek dat we nog
moeten gaan krijgen - hierop attenderen. Hij weet het, maar u zou
er een antwoord op kunnen vragen. De opzet van de Berk is in de
verhouding openbaar groen en particulier groen een andere en zodanig
dat naar het stedebouwkundig oordeel van de ontwerper en de goed
keurende instanties met minder grote tuinen genoegen genomen kan
worden. Dat is het antwoord voor het ogenblik. De vierkante meter
kwestie, die u noemt, die slaat allemaal op de van ouds bestaande
huizen-raan een straatje—situatie, die een andere is dan de situatie
in de Berk. Maar ik dacht dat het een beetje ver voert om daarop
in de rondvraag
De heer Valk:
Mijnheer de voorzitter, u hoeft daarop niet te antwoorden, maar ik
had toch wel graag een uitvoerig rapport over hoe of dit kon, want
even inhakend op uw antwoord, dan is dit niet juist. Ter plaatse
geldt een voorschrift. Want het heeft moeten plaatsvinden met een
ontheffing op de bouwvergunning, want het voorschrift luidt zo dat
daar maar maximaal 15 m2 bergruimte als bijgebouw gebouwd zou mogen
worden. Daar waren eigenlijk geen garages gepland. Dat moet ge
beurd zijn met ontheffing van burgemeester en wethouders.