-16- re we zo strikt de hand moeten houden aan de urgenties. Er zijn natuurlijk een aantal dingen die er eerst uit moeten. Als u kijkt naar de sporthal, dan moeten we daarvoor het krediet hebben. We moeten adviseurs raadplegen, enzovoorts. Er moet daar voor geld zijn. Dat is urgentie 1. Het kleedgebouw te Wernhout is een concrete zaak. Dat ligt er. Daar moet iets aan gebeuren. Kleedgebouw sportcomplex Akkermolen is van hetzelfde en parkeerterrein Akkermolen ook. Straks is dat geval klaar en dan moet er toch een accommodatie bij zijn. Hou wil ik niet zeggen dat daarmee de tennisvereniging en D.J.A. achteraan moeten komen. Ik dacht dat de urgentie in dat opzicht gelijk moet zijn. De urgenties liggen in feite niet zo ver uit elkaar. Ik geloof ook niet dat we dit moeten gaan ge bruiken als een soort van handvat om de accommodaties voor de onder B genoemde voorzieningen te gaan achterstellen. Ik geloof niet dat dat juist zou zijn. Bent u het daarmee eens? We moeten overigens wachten op het vrijkomen der verschillende objecten bij de D.A.C.W. Als er een werk uit urgentie 2 vóór urgentie 1 vrijgegeven wordt, dan wordt dat object zonder meer uitgevoerd. Als we een volgorde aan moeten geven, dan zullen de sporthal, de kleedgebouwen op Akkermolen en Wernhout en de parkeergelegenheid op Akkermolen in ieder geval voor moeten gaan. Dat zijn veel urgentere zaken. Als je op de Akkermolen niets zet, dan is dat ook een beetje raar. Dan zijn we voornemens een opdracht te geven aan een tweetal Zunderite architecten. De heer Jacobs: Mogen wij weten welke? En waarvoor ze ingezet worden? U noemt een tweetal. De voorzitter: Wilt u nog weer een keer ons directieven gaan geven over welke architecten we moeten nemen? Of zou u het kollege niet liever vrij laten daarin? De heer Jacobs: Ik weet het niet. De voorzitter: Ik wil u dat antwoord wel geven, maar ik vind het toch wel prettig als wij als kollege voor dit soort zaken de vrijheid kunnen houden om een ontwerper aan te wijzen en dat we daarin onze eigen gang kunnen gaan, onze eigen inzichten. Ik dacht dat dat toch wel als u voor ieder kleedgehouw en zo een architect wil gaan aanwijzen. De heer Jacobs: Ik zou het toch wel zo willen stellen dat we dus de architecten gelijk gaan verdelen. Iemand die taak, iemand die taak, en niet het geval dus dat er bijvoorbeeld één architect al deze gevallen krijgt te behandelen. De voorzitter: Niet één architect krijgt al deze dingen te behandelen, maar spaar ons astublief voor de boodschap dat we moeten gaan verdelen en moeten gaan uitpassen: die een beetje en die een beetje. Laat u aètubief het kollege vrij in de keuze van architecten, zoals dat op dat moment het best geoordeel wordt. Het is bizonder moeilijk om in een openbare vergadering te gaan praten over toewijzingen van werk aan mensen. Ik dacht dat het ook meer op de weg lag van het kollege om dit te doen dan op de weg van de raad om dat te doen. Ik dacht dat de opmerking van de heer Kunst daarstraks over de sporthal ook u tot nadenken zou moeten stemmen. Dat hebben we ge daan zoals de raad het wilde. Ik heb het niet onder stoelen of

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 272