-6-
mag er volgens de ruimste inzichten 50 m2 hebben» Wat praten we dan?
We hebben hem in 1971 een paar twijfelachtige gebouwtjes laten
afbreken en deze laten vervangen door een behoorlijke stenen schuur.
Toen kreeg hij er 35 m2 bij. Hij begon toen 45m2 te bouwen, maar dat
gedeelte hebben we toen laten afbreken. Dat was al te gek. Hij heeft
er 35 m2 gekregen, hoewel hij er eigenlijk al boven zat, bij wijze
van overgang. We wisten niet wanneer het gebouwd was. Twijfels hadden
we wel, maar zeker wisten we niet wat hij reeds had. En als u nu
wilt beweren dat we dat hiet soepel bekeken hebben, dan weet ik het
ook niet meer. Maar wij hebben deze geschiedenis behandeld met de
meeste souplesse. Er komt een ogenblik, waarop men zegt: dit is een
voudig uit een oogpunt van stedebouw en uit een oogpunt van ruimtelij
ke ordening niet zakelijk meer verantwoord. Het is niet proffesioneel
meer om dat te doen. Dat is voor het ogenblik de situatie. Conclu
derend zijn er drie punten. Ik zou dus zeggen: laat de raad ons astu-
blief volgen in onze mening dat wij de bouwaanvraag eerst moet be
oordelen en dat u er pas iets mee te maken heeft, wanneer de man in
beroep komt en terzake gehoord is. Neem astublief ook van mij aan
dat wij deze dingen zo soepel mogelijk behandelen. Maar wij zijn
best bereid om de stedebouwkundige aan te sporen te vragen
deze dingen eens met u te bespreken. Dat lijkt me wel verstandig
als we dat eens doen. Ik weet niet of die daar zo vlot mee zijn
om provinciale mensen hier eens te krijgen. Dat lijkt me wel wat
moeilijker, maar de geluiden die bij de provincie klinken kunnen
door de stedebouwkundige hier heel goed naar voren worden gebracht.
Die kennen ze precies. Bij die gelegenheid zou u uw voorkeur kunnen
doen laten klinken voor een behoorlijke voorrang aan een herziening
van de bestemmingsplannen. Als u dat voor vanavond voor
conclusie wilt nemen, dan is de zaak daarmee niet afgedaan, maar wel
voor het ogenblik afgesloten.
De heer Jacobs:
Ik vind het wel leuk dat we eindelijk eens de stedebouwkundige mogen
ontxmoeten, want ik zit al een jaar in de raad en ik heh hem nog niet
ontmoet. Daar is wel eens meer mee gegooid dat de stedebouwkun
dige het wel eens met de raadsleden zou opnemen. Het is nog nooit ge
beurd, mijnheer de voorzitter. Nu komt er weer dat mooie berichtje
van 26 augustus. Ik had het al zo mooi in mijn agenda staan. Weer is
de stedebouwkundige niet klaar. Ik weet het, ik ken de man niet. Ik
zit al een jaar in de raad. Ik weet niet waar we het geld aan uit
geven. Ik ken hem niet...
De voorzitter:
Laat dat ik dan verder maar aan u over. TJ zult in ieder geval blij
zijn, als u hem ziet, begrijp ikDan zullen we er voor zorgen
dat dat zo gauw mogelijk totstandkomt. Mijnheer Pellis, u sluit zich
daarbij aan? Zullen we dan voor het overige deze zaak voor kennis
geving aannemen in afwachting van de dingen, die komen gaan?
De heer Pellis:
Of aanhouden? Dat is misschien beter.
De voorzitter:
Dat heeft geen enkel nut. Dit stuk kan alleen voor kennisgeving aan
genomen worden. Er is geen bouwaanvrage geweest.
De heer Jacobs:
Aanhouden, totdat er een bouwaanvrage komt.
De voorzitter:
Als er een bouwaanvraag komt,dan wordt die afgewezen. Dan kan betrok
kene in beroep gaan op de regelmatige manier. Dan moet hij zich ook
aan termijnen houden. Hij kan niet in beroep gaan op iets, wat er
nog niet is. Dat heeft ook geen enkele betekenis.