-26-
volg geen betere afspraak gemaakt kunnen worden tussen de afgevaar
digde leden van Zundert om een voorbespreking te houden?
De voorzitter:
Dat kunnen we misschien beter op een ander ogenblik bespreken,
want ik dacht dat dit toch wel geheel buiten het onderwerp is.
U kunt het misschien bij de rondvraag aan de orde stellen. Wel
licht kunt u het practischer doen door met de betrokken afgevaar
digden te praten. Ik wil de heer Zwaard alsvolgt antwoorden. Ik
heb zelf in het verband van de regio Stadsgewest Breda mij nogal
geïnteresseerd voor deze kwestie en ik heb op de verschillende
ontwerpen opmerkingen gehad. Uiteindelijk heb ik gemeend in het
kollege van burgmeester en wethouders te moeten adviseren zoals
ik nu adviseer deel te nemen aan deze gemeenschappelijke regeling
en wel om deze reden. Wat u zegt, mijnheer Zwaard, is helemaal
juist. Wij hebben in de tijd dat ik hier burgemeester ben en dat
is nu jaar - en dat is een redelijke tijd om op dit punt enige
ervaring te hebben - eenmaal de assistentie nodig gehad van de
gemeente Breda en dat was bij de brand van hotel van Hassel. Die
assistentie was technisch gezien geen onverdeeld succes. Daar zal
ik nu verder maar buiten blijven, maar voor de rest hebben we
Breda nooit nodig gehad. We hebben een enkele maal kontakt gehad met
Rucphen en we hebben inderdaad relaties met Wuustwezel. Beperkt
technisch gezien hebben we deze regeling niet nodig. Daar kunnen
we even heel duidelijk over zijn. Dat is geen punt. Beperkt tech
nisch gezien hebben we de regeling niet nodig. Hij is van belang
met het oog op de organisatie van de preventie, hoewel die ook
hier ter plaatse uitstekend is in handen van de brandweercommandant
de heer van Weert, die verschillende cursussen op dit gebied ge
volgd heeft en die, dacht ik, mans genoeg is om op verschillende
brandgevaarlijke punten hier te wijzen. Dat heeft hij
bij herhaling gedaan. Ik denk aan zijn initiatieven betreffende
de oude meisjesschool. Daarover heeft hij opmerkingen gedaan uit
zich zelf. Hij heeft uitvoerig adviezen gegeven aan het bestuur
van Huize Elisabeth destijds bij de verbouwing met het oog op
de brandveiligheid van de zaak. Ik moet zeggen dat ik clat opzicht
in de heer van Weert volledig vettrouwen heb. Wat hem betreft
durf ik dus gerust naar bed te gaan. Toch is het zo dat in de brand
weerwereld de behoefte aan regionale samenwerking steeds verder
naar voren komt, omdat ook het aantal brandproblemen toe
neemt, het aantal branden neemt toe en de branden nemen in compli
catie toe. Er is een aantal zaken waar men niet van af kan weten.
Calamiteiten-bestrijdingen, met name de iets ingewikkelder branden
en straks in de verdere toekomst de rampenbestrijding, die kan je
eigenlijk niet meer voor rekening en voor verantwoordelijkheid
van het eigen plaatselijk korps en het eigen plaatselijk bestuur
nemen. Het is met het oog op die achtergrond dat ik niet zou durven
u aan te raden om het niet te doen. Ik geloof niet dat het verant
woord zou zijn om buiten deze regeling te blijven. Over deze dingen
is uitvoerig gesproken, daarin zijn ook de brandweercommandanten
in gekend. Dat is wel degelijk gebeurd. Ik heb persoonlijk ook de
brandweercommanddnt in Zundert op de hoogte gehouden in deze zaak.
Die heeft ook het laatste ontwerp gezien en daarover opmerkingen
gemaakt. Die zaak is nu zover uitgesproken dat voor nieuw overleg
met de brabdweer naar mijn smaak geen plaats is. Daar is lang ge
noeg over gepraat en daaraan is genoeg gekloven. In het gebied
van het stadsgewest neem; t de ene raad na de andere beslissingen
en het is niet mogelijk om daarop terug te komen, vooral ook omdat
de huidige regeling naar mijn mening - tenzij we zouden zeggen dat
we niet mee doen - een aanvaardbaar compromis inhoudt
op de punten die bezwaren hebben opgeroepen bij de besprekingen in
het verleden.