-8-
De voorzitter:
Het stuk spreekt voor zichzelf. Ik haal één punt naar voren. Wij
halen uit de èubsidiëring voor het ogenblik de aktiviteiten van
die nieuwe stichting omdat wij graag een duidelijke afbakening
zien van de aktiviteiten, die de plaatselijke bonden hebben en
houden en de aktiviteiten, die door de door de stichting gehouden
zullen worden. Voor het ogenblik zitten de aktiviteiten in de
subsidie van de bejaardenbonden ter plaatse en wij zagen graag
op dat punt meer duidelijkheid voordat wij subsidiëring gaan voor
stellen aan de stichting. Ik dacht dat het van belang was dat in
overleg - per slot van rekening participeren de plaatselijke bonden
daarin - een duidelijke afbakening komt van de taken over en weer
van de plaatselijke bonden en van de nieuwe regionale stichting.
Wie mag ik daarover het woord geven?
De heer Zwaard:
De bejaardenbonden zijn zeer tevreden met de herregeling eventueel
en daaraan koppelend - misschien even buiten de orde - wilde ik
toch wel vragen of de toegezegde subsidie 1974 uog van kracht
blijft.?
De voorzitter:
Ja, voor 1975 bedoelt u. U zei 1974*
De heer Zwaard:
Laten we zeggen de subsidie die uitgekeerd is aan de bejaardenbondei
Ik bedoel maar: jullie krijgen nog een tegemoetkoming uit de grote
pot.
De voorzitter:
Dat zei ik nu juist. Wij houden ons kruit nog even droog bij de
regionale stichting in afwachting van de vraag hoe de taakverdeling
zal zijn bij de bejaardenbonden en de stichting. Dan zullen wij
mogelijkerwijze het bedrag aan de plaatselijke bonden gaan verlagen,
als er een aktiviteiten—subsidie komt aan de regionale stichting.
Dat moet u natuurlijk wel begrijpen. We gaan niet doordraaien op het
huidige bedrag als er een belangrijke subsidiëring voor aktivi
teiten naar de stichting toegaat. In afwachting van de ontwikkeling
- dus totdat vaststaat hoe die verdeling onderling zal zijn - wil
len we de status quo handhaven op dit punt.
De heer Zwaard:
Akkoord.
Krediet 29.808,75
als aanvullend subbi-
die in kosten van
particuliere cultuur
technische werken
(59e begrotingswijzi
ging Algemene Dienst).
De voorzitter:
Andere hereh, die opmerkingen hierover hebben of stemming hierover
willen hebben. Niemand?
Zonder hoofldelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
6.Voorstel van burgemeester en wethouders van een krediet ad
29.808,75 als aanvullend subsidie in kosten van particuliere
cultuurtechnische werken door vaststelling van de 39e begrotings
wijziging van de Algemene Dienst.
De Voorzitter:
Ik dacht dat dit voorstel op zichzelf duidelijk genoeg was. De
begrotingen, die bij de Cultuurtechnische Dienst te Tilburg
zijn ingediend vóór 1 juni zijn maatgevend. De minister beëindigt
de regeling per 1 juni en wat binnen is dat draait nog mee en dat
niet binnen is draait niet meer mee en dat geeft ons de gelegen-
qieid om enigszins een bodem in de markt te zien liggen. Wij De