-27
De heer Kunst:
Ik zal voortaan trachten af te leren om versterkte
termen te gebruiken, zoals de bu-ren hebben het gezegd
want als u mijn mening vraagt over de kwestie is het
helemaal niet nodig om erbij te vertellen, dat er
een kerel aan de grens net zo over denkt als ik.
Dat is helemaal niet belangrijk.
De voorzitter:
Ik neem aan, dat er bij de kasteleins meer over ge
sproken dan bij de pastoor.
Maar ik dacht, dat u zich hier in ieders sympathie
mag verheugen in uw poging om deze zaak recht te zetten.
De heer Kunst
Ik dank u.
De voorzitter:
Had u nog andere vragen
De heer Kunst:
Nee. Dat was alles. Mijn excuses.
De heer van Opstal:
Ik heb twee vragen.
Wat betreft de verkeersveiligheid, wil ik u vragen
om de onoverzichtelijke bocht in de Hulsdonkstraat
bij de Roosendaalsebaan wat overzichtelijker te maken.
Hier ziet men namelijk bij zomerdag vele fietsen en
auto's voorbij komen. En deze bocht is gevaarlijk.
Door in die bocht wat houtgewas af te kappen of op
te snoeien, wordt deze bocht veel overzichtelijker en
minder gevaarlijk.
De voorzitter:
Ik ken dat punt. Ik meen, dat de grond van Walstein is.
Ik meen, dat er al eens meer gesproken is over het
rooien van hout, maar dat dat landschappelijke bezwa
ren gafl
Daar is iets over te doen geweest, maar dat is bij de
aanleg geweest. Dat is een jaar of zeven, acht geleden.
We zullen het punt nog eens onder ogen zien.
De heer van Opstal:
Mijntweede vraag is, of het niet goed was om eens na
te gaan of er enkele straatnaambordjes bijgeplaatst
konden worden.
Er zijn er misschien meer, maar één is er mij bekend.
Dat is de aanduiding "Bakzakkenstraat"
Er staat er één aan de Noord- en één aan de Zuidzijde.
Bij nat weer ziet Aan de Zuidzijde meteen, dat men er niet in
men kan. Aan de Noordzijde verrast dat een beetje en je
bent de gevangen man.
Het zou goed zijn, als er bij nr. 23, bij de Ostayensete
baan naar de Bakzakkenstraat een bord geplaatst kon
worden ter verduidelging
De voorzitter:
Als daar iemand wil komen, dan is het inderdaad heel
moeilijk om het te vinden.
We zullen het eens bekijken, mijnheer van Opstal.
Goed, dat waren uw vragen.
De heer Marijnissen wil van deze gelegheid gebruik