Ik ben op het ogenblik toch niet geneigd om direkt om te vallen wat betreft die raming, die de heer Kennis uit Rijsbergen naar voren brengt,want daar heb ik natuur lijk helemaal geen zicht op, terwijl wij er wel over gesproken hebben met de direkteur v. gemeentewerken, en mijnheer Marijnissen kan daar misschien nog dieper op in gaan, als u dat zou willen. We weten, dat dit natuurlijk allemaal in hoge mate af hangt van de aard van de grond. Een peiling van 3 meter lijkt me volstrekt ontoereikend, want de visvijver zal veel dieper moeten worden uitge graven en de vraag is wel in hoge mate wat daar voor grond uit gaat komen. En wat er voor water komt te staan en noem maar op. De heer Kunst: Ik wou er even op inhaken. Mijnheer Arnouts heeft nog niet gezegd of hij die vis vijver al dan niet wil. Dat wil ik nu ook nog niet zeggen. De voorzitter: De heer Arnouts heeft gezegd, dat hij de indruk kreeg, dat het college de visvijver nog niet wilt. Daarom heb ik er een aantal dingen over gezegd. De heer Kunst: Het kollege wil de visvijver nu nog niet. Ik wil er ook een aantal dingen over zeggen,want het antwoord, zoals het kollege geeft hier op papier, die tien of twaalf regels,dat vind ik ook niet helemaal korrekt. Mijnheer Arnouts heeft al aangeroerd, dat hij een andere raming heeft, in plaats van 300,000,maar 60.000,- Nu zegt u net, dat de visvijver waarschijnlijk dieper zal moeten worden dan 3 meter. Dat wil dus zeggen, dat we al geen 2 ha. nodig hebben om uit te graven. Ik had er namelijk ook al zo mijn gedachten over. De grond hoeft misschien nog niet eens afgevoerd te worden. Wanneer men praat over 60.000 m2 grond verzetten en men heeft minder nodig en men wil dieper gaan, dan 3 houdt dat in dat men aan oppervlakte minder krijgt dan 2 ha. Heel eenvoudig uit te rekenen. De voorzitter: Daar ben ik heel slecht in. De heer Kunst: Ja, maar dat heb ik nou voor u gedaan. Dat is zes delen door drie en dan is dat twee. Dat is heel eenvoudig. En u heeft meer dan 2 ha. Misschien hoeft de grond niet eens zo heel ver afgevoerd te worden, maar kan men de grond naast de visvijver op een hoop gooien. Ik kan me voorstellen, dat dat aantrekkelijk is. Zowel voor het landschap, men krijgt er in Zundert een bergje bij, kunstbergjes. De vissers komen uit de wind te zitten, dus ik kan me voorstellen, meneer de voorzit ter, dat het probleem van afvoeren van grond niet zo heel erg groot hoeft te zijn. Dan kom ik weer terug naar het punt van de heer Arnouts Uw raming van 300.000,ja, meneer Arnouts durft al te zeggen, dat het voor 60.000,kan.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 199