nog graag op brede schaal praten. Ik zeg nog eens keer: laat ons nou de zaak niet nodeloos kompliceren door daarvoor nog een kommissie in het leven te roepen. De kommissie groei en ontwikkeling is voldoende ruim bezet om alles in eerste aanleg te kunnen opvangen. De belangen van de mensen aan de grens, daar is ruim voldoende kontakt voor, informeel kontakt, maar nogmaals die hebben niet die behoefte om over een détail lering te praten. Zij willen alleen maar horen: komt er een plan waar voor Wernhout losplaats kan blijven. Dat is het enige, waardoor het grensgebeuren, het douanewerk en - heel belangrijk - groupage en expe- ditiewerk kan worden voortgezet. Daar draait het om. En of dat nu over een brede of over een smalle weg gaat, interesseert hen verschrikke lijk weinig. Het moet natuurlijk een redelijke weg zijn, waarover zij kunnen rijden en waarop ze niet blijven steken, voor de rest geloven ze dat wel. En dat vind ik volkomen begrijpelijk, want dat is ook hun zorg niet. Ik zou dus om de zaak niet nogmaals volledig de mist in te laten gaan, er toch voor willen pleiten dat we blijven voorbereiden op de ma nier, zoals we dat tot nu toe hebben gedaan. Het zou eerder bijvoorbeeld om iets te noemen het naar mijn smaak zinvol zijn om de heren stedebouw kundigen en de heer van Roon uit te nodigen voor een bespreking met de hele raad dan nog eens een keer met de kommissie. Dat lijkt me veel beter en direkter. Dan kunt u de kritiek die u hebt rechtstreeks uiten en rechtstreeks beantwoord krijgen zonder dat daar schijven tussen zitten. En dat is geheel iets anders dan een afsplitsing vanuit de raad, zoals dat nu naar voren gebracht wordt. Ik heb, dacht ik, voldoende gedupli ceerd. Er is gevraagd om aanhouding en dat is een heel simpel besluit. Het kollege is het meest gemotiveerd in deze zaak om snel de zaak af te werken. Zodra wij kunnen zullen wij proberen om inderdaad in die zin door te werken dat wij aan de stedebouwkundige vragen om de zaak hier te komen toelichten. Dat lijkt mij het meest zinnige. Wij kunnen daarover nu weer wel een heel verhaal gaan houden. Ik kan me weer voorbereiden op een volgende diskussie, maar het is veel beter dat de mensen, die terza ke de deskundigheid hebben, hier uitgenodigd worden. Dat hebben we meer gedaan. Dat kan alleen maar heilzaam en verhelderend werken. Aanhouding, denk ik, zou wel geen stemming vragen. Er is zo algemeen over gevraagd dat we daarover de hamer kunnen laten gaan. Als de heer Huijbregts voor het allerlaatst nog iets zeggen wil, dan geef ik hem graag de gelegenheid. De heer Huijbregts: Wij hebben in tweede instantie gesproken over inspraak en nu u aanhaalt dat u de stedebouwkundige in de raad wil brengen - dan kunnen we een paar vragen op hem afvuren - zou ik voor willen stellen dat het publiek ook in de gelegenheid gesteld wordt om met die man in diskussie te tre den. De voorzitter: Daar wil ik toch graag tegen zijn. Wij hebben bij de behandeling van het struktuurplan aan de hand van de modellen de gelegenheid gegeven om meningen schriftelijk kenbaar te maken. Wanneer er over deze zaak stukken zijn, dan worden ze op de bekende manier - als het ingekomen stukken zijn zoals dit stuk - verwerkt in de portefeuille, die rond gaat en dan heeft iedereen de gelegenheid het zijne te zeggen. Maar ik vind niet dat gelegenheid moet worden gegeven voor een diskussie, zoals door u gevraagd. Ik weet niet hoe men daarover denkt, maar ik zou het ten sterkste willen afraden. Voor het overige..mijnheer Valk voor het aller laatst. De heer Valk: Mijnheer de voorzitter, het e.t.i.-rapport hebt u nog eventjes genoemd en eigenlijk afgedaan met nou ja, wat we er meem doen,dat bekijken we wel. Het komt bij mij over als: nodig hebben we het niet meer, want we hebben de oplossing gevonden. Dat e.t.i.-rapport is voor mij op een ge geven moment toch wel een belangrijk gegeven. Wij weten helemaal niet over welke ekonomische belangen wij praten en ik dacht dat dat heel be-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 171