-45- De voorzitter: Mij is niet bekend wat de notaris gezegd heeft. Wat ik wel gedaan heb- en ik meen het meerdere malen gedaan te hebben - is dat ik de notaris gevraagd heb, toen die percelen aan het Frans Baantje ver kocht werden om de mensen er op te wijzen dat ze van ons in dat gebied geen medewerking krijgen om te bouwen. Ik heb de notaris uitdrukkelijk gevraa.gd om ze daarop te wijzen, omdat ik zag aankomen dat daar gronden verkocht werden met goude voorspiegelingen. Ik weet niet of die voorspiegelingen gedaan zijn. Ik vond het alleen de moeite waard om de notaris er op te wijzen. Ik weet niet wat er van terecht gekomen is. Ik meen dat de notaris de betrokkenen er op gewezen heeft. Ik weet er vetder niets van. Ik ben er dan ook verder niet op ingegaan. Het was tenslotte een zuivere private zaak. Tk weet niet wat er gezegd of bedongen is. Ik heb er geen idee van. Tk heb alleen gewaarschuwd. De mensen die hier geweest zijn zijn terzake ingelicht. Degene, die hier geweest is, heeft het standaard- antwoord gekregen: er mag niets gebouwd worden. En er zal ook nooit iets gebouwd mogen worden. Het gaat nu over veldhokjes. Men heeft een bosperceel, dat men wil bijhouden. Daarvoor heeft men een krui- wagentje nodig, een spade en nog meer van die spullen. Ik neem aan dat dat toch ergens moet blijven. Dat is het verhaal, al wat daar bij opgeld doet. Ik zie dat de mensen aan die tafel links sterk afwijzend reageren. U ziet er niets in. Dat zijn er al zes. Ik weet niet wat we er nu mee moeten. Zullen we het nog eens in de kommissie Ruimtelijke Ordening bespreken? Zou dat niet verstandig zijn en daarna een advies aan de raad uitbrengen? Goed. Dan komt dat terug in de kommissie Ruimtelijke Ordening, Groei en Ontwikkeling. De heer Pellis: Ik had daarstraks een vraag betreffende het schrijven van de heer Dams. Maar de wethouder van Openbare Werken is niet .aanwezig. Tk zal daarom wachten met deze vraag. Misschien dat ik bij een an dere gelegenheid daarop antwoord kan krijgen. De voorzitter: Het zou misschien goed zijn om deze zaak met de wethouder apart door te nemen. Daar is een heel verhaal over te houden. Meneer Dams heeft om een of andere reden de gedachte dat het aanleggen van een trottoir een waardevermindering van zijn huis zou betekenen, I waarvoor hij een vergoeding wil hebben. Wij hebben hem nooit bij kunnen brengen dat het andersom is. Dat is eigenlijk het wezen van de zaak. Maar vraagt u het eens aan de heer Mertens. Dan zal u daarover zeker uitvoerig ingelicht kunnen worden. Hij heeft die zaak behandeld. Sluiting. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de voorzitter de vergadering met het voorgeschreven gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergddering van 29 april 1975 De raad voornoemd, De sekretaris, De voorzitter, M/M

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 143