-32-
van 604.4OO»krijgen we in ieder geval toch 86%. Dat is niet
onaanzienlijk.Het enige probleem dat zich voordoet is, is dat
wij nog niet alle gronden in handen hehhen. De heer Mertens is ziek
en ik moet de heer Huijbregts bij deze komplimenteren voor zijn
werkzaamheden, die hij samen met de heer Knoop heeft gedaan om
verschillende netelige kwesties tot een eind te brengen in dit ge
bied. Alleen in één geval is dat nog niet gelukt en dat is in het
geval van Harry de Bruijn, woonachtig aan de Bloemstraat 2. Met
de heer de Bruijn zijn we nog niet tot een overeenstemming gekomen.
Nu staat het een ieder vrij om ja of nee te zeggen, maar wij menen
dat ons aanbod redelijk is geweest. Wij betreuren het dan ook dat
we over deze simpele zaak nog geen akkoord hebben kunnen verkrijgen.
Het gaat om een stuk weg dat de bestemming van weg &eeft en dat in
onderhoud is bij de heer de Bruijn. Het eerste wat goed ge
vonden moet worden"^at er teer overgebracht moet worden. Ten tweede
gaat het er over dat er een strook van ongeveer 3 m. moet om een
berm en een sloot te maken. Dat is alles. Wij vinden het spijtig
dat daarover nog geen akkoord is bereikt. Nu zou men kunnen
zeggen dat dat wel komt, maar het probleem is wel dat de kans niet
uitgesloten is dat, wanneer men niet het gehele werk gaat maken,
en niet binnen een bepaalde termijn dat werk gaat realiseren, de
sib sidie vervalt. TJ kunt zich voorstellen dat dit soort subsidies,
waarbij de regering op korte termijn een effekt wil hebben, er op
gericht zijn om bepaalde werken te maken. Als men het werk niet
maakt, dan neemt men het subsidie terug. Het zou er dus toe kunnen
leiden dat, wanneer we dat akkoord niet bereiken, dah het gehele
werk blijft liggen. Ik wil dat niet onvermeld laten, omdat het te
belangrijk is om het onuitgesproken te houden. De heer Huijbregts
kan er het zijne van zeggen. Ik wil hem graag als eerste daartoe
de gelegenheid geven. Ik méén dat het goed is om dit te stellen.
Wij vragen u ook nog in te stemmen met een onderhandse aanbesteding
van het werk. We zullen overigens beslist niet aanbesteden voordat
de zaak geheel rond is. Als dat niet gelukt, zullen we moeten zien
wat er gebeurt.
De heer Huijbregts:
Mijnheer de voorzitter, het kompliment dat u mij maakt neem ik gaar
ne in dank aan, maar ik wil evenwel daaraan direkt toevoegen dat ik
hier zit voor het dienen van het algemeen belang. Het dienen van
het algemeen belang is altijd mijn uitgangspunt geweest. Wij zijn
inderdaad op moeilijkheden gestuit wat de plannen tot verharding
van de Mereltjesstraat betreft. In eerste instantie stelden enakele
grondeigenaren onuitvoerbare voorwaarden. Met twee van die eigenaren
hebben we besprekingen gevoerd, welke besprekingen tot een akkoord
hebben geleid. Ik wil met nadruk stellen dat de genoemde besprekin
gen op een bizondere prettige manier zijn gevoerd met als resul
taat volledig begrip voor mijn standpunt en het standpunt van het
kollege in deze zaak. Dus een suksesvolle bespreking. Daar ik ge
merkt heb dat vele bewoners scan de Mereltjesstraat op de publieke
tribune aanwezig zijn en daarmee eveneens gebleken is dat de be
woners aan de Mereltjesstraat er mee bekend zijn met wie ik be
sprekingen heb gevoerd, zou ik deze bewoners met klem willen vragen
er de mensen, met wie ik besprekingen heb gevoerd, niet op aan te
zien dat zij in eerste instantie geen medewerking verleenden. Vanuit
de gesprekken is gebleken dat de twee grondeigenaren veel lof en
waardering hadden voor hun buren en uit een oogpunt van de goede
buren-eer^ezindheid deze éexsgezindheid niet wensten te schaden. Ik
heb hierover mijn waardering uitgesproken en ik hoop en vertrouw
er op dat de bewoners van de Merfeltjesstraat deze houding met mij
zullen waarderen. Wij zitten, zoals u gezegd hebt, mijnheer de voor-