- 27- De heer Huijhregts: Ik wil hierop wel antwoorden, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Dat mag u natuurlijk. De heer Huijhregts: In eerste aanleg, toen de heer Marijnissen met het voorstel gekomen is, kwam het gunstig hij mij over. Ik spreek nu niet namens de fraktie. We hehben dat in hreder verhand besproken. Er zijn argumen - ten gekomen niet alleen van mijn fraktie-leden, doch ook van anderen en op die stelling heb ik mij gebaseerd. De heer Jacobs: Zeg dan voortaan niets meer. De voorzitter: Maar dan wil ik ter verdediging van de heer Huijhregts zeggen dat het heel goed mogelijk is dat je in een fraktie wel eens van mening kunt verschillen over een bepaald punt en dat daarom de heer van Nunen daarom daarover het woord voert. Dat kan ik allemaal best begrijpen. Het enige waarop ik thans vanuit mijn positie wil reageren is dat wij het in principe eens zijn met de invoering van deze be lasting. Anders zouden wij niet met een zodanig voorstel gekomen zijn Wij zouden ons dan hebben verweerd. Dan zouden hij een nota hebben uitgebracht waarom de belasting niet behoefde te worden ingevoerd. Maar ik geloof dat het beter is om hiervan af te stappen. De heer Hoekman: Ik zie wel dat de meerderheid van de raad voor invoering van de be lasting is. Maar ik zou dan wel graag zien bij invoering van de be lasting dat van gemeentewege op die campings op het gebied van de creativiteit of op andere wijze iets voor die mensen gedaan wordt. Er moet iets tegenover gesteld worden. De gemeente doet er niets voor. De heer Valk: De gemeente legt toch wegen aan. De voorzitter: De gemeente legt de wegen aan waar langs de mensen kunnen gaan. De heer Hoekman: Dan zouden ze toch maar eens wegen moeten aanleggen naar de camping van de heer Zandbergen. De voorzitter: De mensen kunnen een heel eind in zijn richting komen. Ik neem aan dat een van de attrakties van het buitenleven is het gaan over onge baande wegen. Daarvoor kom je met een karavan in het bos zitten. Als je de verharde weg tot aan je stoep hebt, is er eigenlijk niets aan. Ik weet dat velen het daarbij nog niet zonder televisie kunnen stellen. Door de gemeente worden een heleboel voorzieningen aangebracht, waardoor het mogelijk is te komen. Ik heb even terug aan de heer van Nunen gezegd: luister eens, dit is geen soort ta rief voor verleende diensten. Het is wel degelijk een belasting. Het is het halen van geld daar waar we het krijgen kunnen. Het klinkt misschien hard, maar zo is het toch. Met een hondenbelasting handelen we precies hetzelfde. Daar doen we ook niets voor terug. U zegt te menen in de minderheid te zijn. Ik weet niet of er stemming over gevraagd wordt. Lijkt het nodig om er over te stemmen? U vindt het niet nodig. Niemand vindt het nodig?

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 125