-25- wordt betaald door niet-Zundertenaren. Vier jaar geleden heb ik eens bij een begrotingsbehandeling ueopmerkzaam gemaakt dat, wanneer men de opcenten op de personele belasting gaat verhogen, er van rijkswe ge een compensatie wordt verkregen. Laat ik het zo zeggen: wanneer men de Zundertenaren een tientje extra laat betalen, dan krijt men^ van het Rijk een vergoeding van twintig gulden. Op dat.moment zeg ik dat ik profiteer van de mogelijkheid bij andere mensen/geld weg te halen en naar Zundert over te hevelen. Ik zou zeggen dat het voor een zundertse gemeenteraad en in die tijd steunde de zundertse gemeenteraad dat voorstel - naar mijn mening geen gek beleid is om de Zundertenaren zo weinig mogelijk te laten betalen en als het kan de centen bij anderen: Het Rijk, de grovinciè en o.a. ook de camping-mensen vandaan te halen. Dat lijkt mij geen gek beleid. We moeten dat natuurlijk niet gaan overdrijven en de camping-mensen niet zodanig te belasten dat ze niet meer komen. De voorzitter: Ik geloof niet dat je moet zeggen: pik die mensen van de camping maar. Dat is in wezen het oude plunderen van de vreemdeling. Ik dacht dat je dat niet moet doen. De heer Kunst: Bij het bloemencorso doen we het allemaal. De voorzitter: U moet het zo zeggen. Er zijn ons bepaalde in de wet gegeven moge lijkheden om een belasting te heffeh. Er is ook een hondenbelasting. Er zijn verschillende methoden om aan geld te komen. Een ervan is het invoeren van een toeristenbelasting, zoals in het voorliggende voor stel begrepen. Die belasting stellen wij vast op een tariefdat intussen een zekere gebruiktelijkheid heeft gekregen. Wij zijn de eersten niet. We doen wat een ander doet om aan inkomsten te komen. En die inkomsten hebben we inderdaad nodig, niet omdat we ze op dit ogenblik nodig hebben, maar omdat ze ons extra ruimte geven om werken aan te pakken. De werken, die we willen gaan maken, zullen wefüloordelen aan de hoeveelheid geld die wij ter dekking kunnen aanwijzen. Inderdaad hebben we op het ogenblik veel geld. Overschotten zijn mij een ergernis, mijnheer Kunst. Het geld moet opgewerkt worden, omdat het daarvoor bestemd is. Het moet vertaald worden in werken. Als we daarmee niet hard genoeg opschieten, is dat een bron van irritatie. We behoeven geen overschotten te hebben. Slat is nergens voor nodig. We willen werk maken. Mijnheer Huij- bregts zou ik willen zeggen: U hebt toch de vorige keer in de raad de opmerkingen van de fractie Werknemersbelangen gehoord. Wij hebben in de raad eigenlijk een zwijgende instemming gehoord. Hoe moeten wij als kollege de meningen in de raad peilen, wanneer - en deze voorstellen zijn toch voor^mïddenstander goed en duidelijk te be grijpen - er niet gereageerd wordt. Dan veronderstellen wij bij het zwijgen van de fracties dat ze het er mee eens zijn. Jawel. Als er een voorstel komt en er volgt daarop geen reactie dan nemen wij aan dat er een bepaalde instemming daaromtrent bei&aat. Als u daarop niet inhaakt, dan is dat toch een belangrijk punt voor het kollege. Het gebeurt inderdaad verschillendaialen dat we in dat opzicht een beetje in het duister tasten. Ik zou u allemaal willen uithodigen om als bepaalde naar voren gebrachte zaken niet uw in stemming hebben dat te laten merken en te zeggen dat u het met die of gene fractie niet terzake eens bent. Want anders weet het kollege niet waaraan het toe is. Wij hebben een uitnodiging gekregen uit de raad. Zoals ik toen de stemming peilde meende ik te mogen veronderstellen dat er terzake een meegaande instemming in de raad aanwezig was. We hebben gezegd zo snel mogelijk met een voorstel te willen komen. Dat werd gevraagd. Daaraan was behalve een technisch bezwaar geen probleem onzerzijds verbonden. We zijn met een voorstel gekomen. lliJ/o oyU J_cli

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 123