- 23 - En hier in de omgeving? De voorzitter: In de omgeving hebben wij gekeken naar de tarieven in Rucphen en in Rijsbergen. Wij hebben wat de tarieven betreft ons laten leiden door die in de gemeente Rijsbergen. V/ij zijn het eens met hetgeen door de heer Jacobs is gezegd. De heer van Runen zegt dat er schade zal optreden voor de middenstand en de neringdoenden en dat men minder bezoekers in de campings zal zien. Ik waag het te betwijfelen. Er is met name in Rijsbergen nog voldoende vraag om grote campings te bezetten, wetende dat men die belasting betalen moet. Toch is er een heel grote camping in oprichting. Ik dacht dat dat argument niet zou opgaan. De heer van Runen: Ik geloof, mijnheer de voorzitter, dat die mensen al bekend waren met de camping-belasting voordat de camping er al was. De voorzitter: Het is toch niets bézonders dat er een camping-belasting geheven wordt. Dat gebeurt overal. En wie hier komt, zal toch niet zeggen: wat overkomt ons nu? Als u naar het buitenland gaat, betaalt u Dij het hotelleke toch 's-morgens als u gaat afrekenen de tax-±ouristi- que of hoe je het noemen wilt. De heer van Runen Dat komt niet altijd prettig over, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Dat weet ik wel, maar u blijft er toch niet voor weg. De heer van Runen Werkende mensen misschien wel. De voorzitter: Die stelling van u zou opgaan, wanneer de Zunderfcse campings bom vol zaten en men zou vechten om hier een plaats te Krijgen, wetende dat er geen toeristenbelasting geheven wordt. Maar ik krijg de indruk dat alle plaatseryèier in de omgeving te krijgen zijn, weg gaan. Er is geen camping, die leeg staat. De heer van Hunen: Misschien vertoeft er op de camping in Rijsbergen een ander slag mensen dan dat hier de campings bezoekt. Ik weet het niet. De'voorzitter: Rou, dat is naar mijn mening een zaak, waarvan ik het bewijs graag aan u overlaat. U zegt dat u het niet weet. Ik dacht dat ik dat graag met u eens kon zijn. Er is geen enkele aanleiding om dat te veronderstellen. Het zijn precies dezelfde mensen. We zouden er dan wel anders over gepraat hebben. Het is iets wat in het geheel past, waarvan we wisten dat we het zouden kunnen doen. Het is iets waaraan we nog geen behoefte haddenj msrar Maar al^s^ je er zo over praat zijn er geen principiële redenen, waarom men'niet zou doen. /dat ze onoverkomelijk De bedragen zijn voorts niet van dien aard/ Alleen^de allergrootsten zijn. betalen een fors bedrag. Ik zou tegen de heer Pellis het volgende willen zeggen. De hondenbelasting wordt betaald door onze ingezetenen. En die onroerend—goed—belasting is een belasting, die gaat drukken op eigenaren en gebruikers van onroerend-goed. De woonforensen- en toeristenbelasting zijn voor diegenen, dié hier een bizondere positie innemen. Ratuurlijk komen de eigenaren van de tweede—woning wel aan bod, maar we dachten dat we daarvan

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1975 | | pagina 121