-12-
De heer Marijnissen:
Ik wil er in het kort iets over zeggen, mijnheer de voorzitter. Het
is namelijk zo dat er niet alleen gepraat is over parkontwikkeling,
maar er is ook gepraat over volkskweektuinen. Ik weet niet of er
behoefte aan is. Het stond er bij. Verder hebben wij destijds bij
de goedkeuring van het plan gesteld dat het te dicht bij de huizen
gesitueerd was. De Provinciale Planologische Commissie is ook tot
die conclusie gekomen. De hal zal dus op een grotere afstand van de
woningen gebouwd moeten worden. Het belangrijkste wat ik vragen wil
is of het plan ingediend kan worden voor een D.A.C.W.-subsidie en
wanneer.
De voorzitter:
Het plan is aangekondigd
De heer Marijnissen:
Het is dus in Den Bosch.
De voorzitter:
Het is bij de D.A.C.W. bekend. Het ligt op het ogenblik bij de N.S.F.
voor een advies. Evenzo bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Als het daar vandaan komt, komt het wel in de juiste kanalen tere cht
bij de D.A.C.W. Voor het overige zullen we op het ogenblik daarvan
nota nemen.
Zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming wordt vervolgens
overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders, zoals
deze vermeld zijn onder VII, VIII en IX besloten.
Mededelingen
De voorzitter:
Eet zal een start worden gemaakt met een proef om variabele werktij
den in te voeren voor het personeel van de binnendienst.Daarover is
in het georganiseerd overleg gesproken. Nu komt er een regeling
bij wijze van proef, die nader uitgebouwd zal worden en nader be
zien zal worden. Voorts deel ik mede dat het contingent woningEH -
wetwoningen voor 1975 van 40 is gebracht op J0. Voor het eerste half
jaar 197^ zijn deze gemeente 30 woningwetwoningen toegewezen. Dat is
begrijpelijk, want we kunnen er op het ogenblik niet meer kwijt. Ik
heb overigens de goede hoop dat, als we over grond beschikken, die
zaak weer vlot genoeg inhalen.
De heer Kunst:
Ik vind het een onbegrijpelijke situatie, mijiheer de voorzitter,
dat in deze tijd van grote werkloosheid in de bouwwereld minder wo
ningen mogen worden gebouwd dan eerder waren toegezegd.
De voorzitter:
Je moet zsxiaakxkHnnanxhsH; ook beschikken over bouwgrond, mijnheer
Kunst.
De heer Kunst: Dat is iets anders/'
/Ï5a¥ "is hlet aan de orde, dacht ik.
De voorzitter:
Dat is wel aan de orde.
De heer Kunst:
Straks kunt u zeggen dat we er van de 30 er slechts 20 kunnen bouwen.
De voorzitter:
We konden er 40 bouwen. Daarvan konden wij er 20 kwijt. Nu neemt men
er