-7-
En nu kom ik bij de opmerking van u allen terug. We moeten het pro
beren. Als we gaan zeggen dat het niets wordt, dat daartegen wel
bezwaren bestaan en dat het wel problemen op zal leveren en daarom
doen we het maar niet, dan maken we fouten. Maar één ding] Ik zou
willen wachten - en daarover heeft de heer Marijnissen gesproken -
met het uitdragen van een standpunt tot we beschikken over het
eti-rapportHoe lang dat gaat duren weet ik niet. We hebben wel
gevraagd om het met spoed te maken, omdat het met spoed nodig is.
Dat zal nog wel kunnen ook. Maar laten wij die zaak afwachten en
laat ons dan de zaak uitdragen aan de hand van dat gedocumenteerde
stuk. Dan kunnen wij zeggen dat we in Zundert dit probleem hebben.
We hebben de overlast van wegverkeer, dat is overgebleven op de
oude route van de E-10 en van de andere kant hebben we een situatie,
waarin we dat verkeer niet zonder meer moeten weg bannen naar Rotter
dam, Roosendaal of waarheen dan ook, want dan hebben wij een enorme
schade en die kunnen wij in onze werkgelegenheid, in onze bedrijvige
heid niet veroorloven te lopen. En wij moeten dus vinden een balans
tussen de belangen van het afweren van de overlast van het verkeer
en het dreigende wegvallen van een belangrijk stuk werkgelegenheid,
waarmee wij in deze tijd verschrikkelijk voorzichtig moeten zijn om
zo iets aan te tasten, omdat dit van de ene op de andere dag wel
eens heel fout zou kunnen lopen tot grote schade van de plaatselijke
en ook wel de regionale economie. Eigenlijk zou je er naar moeten
streven nu te behouden, wat men heeft op dit ogenblik. Ik zou dur
ven zeggen dat op dit moment de schade van het wegverkeer meevalt
en dat de drukte verminderd is, maar dat zal wel blijken uit het
onderzoek van het E.T.I. Je krijgt de indruk dat het grensbedrijf
op dit moment nog draaien kan. Maar dat zou ik voor het overige niet
willen uitdiepen zonder dat rapport, waarop ik al eerder gewezen heb.
Ik ben blij dat alle woordvoerders het er mee eens zijn dat we dat
onderzoek gaan instellen. Ik weet niet wat het zou moeten gaan kos
ten, maar daarmee zal wel gauw twintig tot vijf en twintig duizend
gulden gemoeid zijn. Het is een vrij kostbare zaak, waar veel
mankracht in zal gaan zitten. Dure mankracht, maar we hebben als
gemeente dat het bedrijfsleven de helft op tafel legt. In dat opzicht
kunnen we gemakkelijk besluiten nemen. Ik hoop dat u zich uitspreekt
dat ons kollege gemachtigd wordt door te gaan en de begrotingswijzi-
ging dienovereenkomstig vast te stellen. Ik zou willen vragen of
wij mogen concluderen ten eerste dat we moeten hebben dat rapport,
dat zou kunnen dienen als een objectieve weergave van onze belangen.
Zodra dat stuk gereed is, zal dat stuk gebruikt worden en de basis
zijn van ons streven om voor onze gemeente te behouden wat we hebben.
Voor die tijd zullen we zeker dat standpunt naar voren brengen. Ik
dacht dat we moesten wijzen op de mogelijkheid van die omleidings
routes. Ik zal niet nalaten om het in belgische kringen aan de orde
te stellen. Ik dacht dat we uitdrukkelijke uitspraken even achter
wege moesten laten totdat we op dat punt ook nader zicht hebben,
want het spreekt vanzelf - en ik wil vanavond daarover uw mening
nog horen - dat we onze stedebouwkundige en de provinciale autori
teiten nog moeten vragen wat die daarover denken. Ik heb u overigens
wel de moeilijkheden geschètst, die hier lijken te liggen. Ik dacht
daarmee voor u een voldoende antwoord te hebben gegeven. Mocht u nog
nadere punten aanstippen, dan zal ik gaarne daarop nader ingaan.
De heer Marijnissen:
Ik wil in het kort nog een opmerking maken. Ik kan er wel mee akkoord
gaan dat u zegt dat we eerst het eti-rapport moeten afwachten,
maar ik moet er toch uitdrukkelijk bij vertellen dat ik nietjachter
de motie kan staan, die 16 april 1974 genomen is. Verder wil duidelijk
stellen dat het in onze benadering nooit de bedoeling geweest is dat
wij er alleen voor zijn om geld te verdienen en dat dit op de voor-