De voorzitter:
Zoals u terecht heeft geconstateerd, staat ons college bijzonder
sympathiek tegenover de muziekgezelschappen. We hebben dan ook
altijd graag subsidies aan deze korpsen voorgesteld en verdedigd.
Het is echter wel moeilijk voor ons om in te gaan op financiële
moeilijkheden van muziekgezelschappen, als deze ons niet nader
zijn medegedeeld. Enkele jaren geleden hebben we eens een kwes
tie meegemaaktmet de fanfare te Wernhout, waarbij ons niet wer
den overgelegd de gegevens, die gevraagd waren. Men verstrekte
deze gegevens liever niet. De Koninklijke Harmonie "Nut en Ver
maak" was toen bijzonder tevreden met het subsidie, dat werd toe
gekend. Ook de Fanfare en Drumband "St. Martinus" heeft met de
ze regeling gaarne genoegen genomen. Ik dacht niet dat op dit
moment een verhoging van het subsidie zou moeten worden overwo
gen. Wanneer de harmonieën onder overlegging van gegevens be
treffende hun financiële toestand zouden kunnen aantonen dat zij
werkelijk in financiële nood verkeren, dan zijn wij gaarne bereid
tot een nader overleg. Omdat we geen inzicht hebben in de finan
ciële positie van de muziekgezelschappen, zouden wij uw voorstel
moeten ontraden. Men heeft tot op heden er steeds de voorkeur
aan gegeven om ons omtrent de financiële positie niet nader te
informeren. Wij hebben er ook niet op aangedrongen om ons op dit
punt nader te informeren. De subsidiëring van de muziekgezel
schappen heeft immer plaatsgebonden overeenkomsitg de richtlij
nen van de Katholieke Federatie van Muziekgezelschappen. Het is
ons niet bekend dat deze norm-bedragen niet de instemming heb
ben van de bij deze federatie aangesloten verenigingenWij zou
den dan ook uw voorstel, mijnheer Hoekman, ten zeerste willen
ontraden. Als men van de zijde van muziekgezelschappen komt met
reële cijfers omtrent hun financiële positie, dan zijn wij gaarne
tot overleg bereid.
De heer Pellis:
Ik stel voor om het voorstel van de heer Hoekman in stemming te
brengen.
De voorzitter:
Dat behoeft u niet te doen, mijnheer Pellis. Dat zal ik wel doen.
Als u omtrent het voorstel opmerkingen wilt maken, dan zal ik u
daartoe de gelegenheid geven. Het in stemming brengen van het -
voorstel van de heer Hoekman zal ik wel bepalen.
De heer Pellis:
Ik vraag het alleen maar, mynheer de voorzitter.
De voorzitter:
Dat behoeft u niet te vragen, want dat is volstrekt overbodig.
De heer Hoekman:
Ik begrijp u, mijnheer de voorzitter. Ik wil wel opmerken dat het
geen gezonde situatie is, wanneer het bestuur van de Harmonie
"Nut en Vermaak" genoodzaakt is om de lesuren te bekorten.
De voorzitter:
Dat geeft een aanwijzing dat de financiële positie van de harmo
nie niet geheel in orde is. Maar het is wel onverstandig, wan
neer enkel op basis van een zodanige aanwijzing onverhoeds be
sloten wordt het subsidie te verhogen. Men zal eerst met cijfers
opening van zaken moeten geven.
-De-