Wij menen onze afkeuring te moeten uitspreken betreffende het
Kalkar-project en onze ernstige verontrusting ten aanzien van het
snel groeiende aantal andere kern-reactoren. Wij zijn van mening,
dat alle gemeenteraden hun standpunt kenbaar zouden moeten maken
aan alle betrokken instanties. Indien de raad ons standpunt deelt,
stellen wij voor om de volgende motie aan te nemen
"Gelet op de direkte grote gevaren en milieu-aspecten voor nu en in
de toekomst met betrekking tot de snelle kweek-reactoren, althans
over de onzekerheden, die hierover zijn en twijfels, die nog bestaan
spreekt de gemeenteraad van Zundert zich uit tegen de verdere afbouw
van het Kalkar-project. Met betrekking tot het snel groeiende aan
tal andere kern-reactoren in Europa spreekt de raad zijn bijzondere
verontrusting uit".
Mijnheer de voorzitter, indien de raad het hiermee eens is, stellen
wij voor, deze motie ter kennis te brengen van de minister-presi
dent, alle hierbij betrokken ministeries, de provinciale Staten van
Noord-Brabant en de Stroomgroep "Stop Kalkar".
Ik dank U.
De voorzitter
Ik heb U de vorige keer al gezegd, toen U over deze zaak begon,
namens het kollege, dat dit naar onze smaak niet in onze raad thuis
hoort.
De heer Kunst
De motie van de heer Valk is eigenlijk veel te laat. Vandaag stond
in de Stem het volgende De meerderheid van de Tweede Kamer heeft
zich gisteren uitgesproken tegen de motie van de linkse fractie,
waarin de regering werd gevraagd de deelneming aan het Kalkar-pro
ject stop te zetten.
Minister Lubbers van economische zaken had eerder aanvaarding van
deze motie ontraden, omdat dit de onduidelijkheid nog groter maakt.
De motie werd vorige week ingediend door de pratij van de Arbeid.
De tweede kamer heeft een beslissing genomen.
De vraag is; Moet een gemeenteraad, moeten andere gemeenteraden in
Nederland daar nu andere motiveringen en moties tegenover gaan stel
len. Ik ben het volkomen eens met de heer Valk, dat het Mkarproject
bij grote groepen van de bevolking verontrusting wekt. Ik vind dit
ook geen prettig idee. Evenmin vind ik het prettig, dat we al een
twintig-tal jaren leven met atoombommen. En daarnaast zijn er nog
tientallen problemen te noemen, die grote groepen in de Nederlandse
samenleving en ook in de wereld-samenleving, die grote groepen
mensen verontrust. Je hoeft maar te denken aan de Oost-West tegen
stellingen, aan het defensie-beleid, aan de situatie Midden oosten,
aan het afsluiten van de Schelde. Daar vindt IJ de voor- en tegen
standers bij elkaar naast de deur en daar hebben we hele felle
motivaties vóór en tegen. De voedselsituatie en daarmee in verband
natuurlijk de grote toename van de bevolking. Dit zijn allemaal situ
aties waar de Nederlandse bevolking voor een groot gedeelte wel wat
van weet. Men kan er dagelijks in diverse dagbladen over lezen.
Men ziet er televisie-programma's over. Men wordt erover geïnfor
meerd. Daardoor is er natuurlijk een grote ongerustheid. Het zal
niet alleen bij een raadslid zijn, het zal niet alleen bij Zun-
dertenaar zijn of bij wie dan ook, het zal natuurlijk ook zijn bij
onze vertegenwoordigers in de regering.
Ik zou er op willen wijzen, dat de raad van Zundert moet inzien,
dat hij onlangs gekozen is in de eerste plaats om de direkte be
langen van de Zundertse gemeenschap te behartigen. Dat het natuur
lijk goed is voor elk raadslid, dat het kranten leest en televisie
kijkt en zich meningen vormt over landelijke en wereld-problemen,
maar dat het niet direkt voor de raad op de eerste plaats is om in
deze vergadering daar oordelen over uit te spreken of meningen naa'