- 61 - Nou, die norm volgen wij. In de laatste bedragen. En dan kom je aan aardige bedragen. En ik dacht, dat de noodzaak niet is aangetoond om meer te geven dan nu wordt voorgesteld en dat het ook onzin zou zijn om dat te doen, gelet op het advies van eigen organisatie van muziek gezelschappen en gezien tegen de achtergrond van wat andere vereni gingen moeten doen. B. en W. adviseren de raad om het voorstel, zoals wij het nu hebben geformuleerd, aan te nemen. Dat helpt Nut en Vermaak uit de directe financiële moeilijkheden. Wij hebben een mogelijkheid gevonden in een extra subsidie,boven de Sonmo, van een aflopende bijdrage 1974-1975-1976 en dan moeten ze in 1977 goed ronddraaien. Dan moeten ze die zaak kunnen opvangen en dan moeten ze met hun contributies omhoog, anders is het niet meer te doen. En dan vind ik, dat de raad niet zou moeten volgen het voorstel van de heer Huijbregts om dat hele bedrag te geven als subsidie ineens. De heer Huijbregts Ik heb opgemerkt, dat er in zekere zin beledigende woorden geuit zijn ten aanzien van het bestuur van Nut en Vermaak» De voorzitter Door wie De heer Huijbregts De heer Zwaard zegt: Ze moeten meer activiteiten ontplooien dat heeft hij letterlijk gezegd, en als men ziet welke acties Nut en Vermaak ter plaatse gevoerd heeft, nou dan moet ik toch wel zeggen, dat die mensen uitermate hun best gedaan hebben om de financiën binnen te krijgen. En wat die contributie betreft, die was in 1974 opgevoerd tot 30,en in 1975 tot 40,--. U hebt wel gemerkt mijnheer de voorzitter, dat wij echt te doen hebben met Nut en Ver maak, wij kennen het probleem. Ik zie het er van komen, dat deze vereniging, die een begrip geworden is voor de gemeente, ten gronde zal gaan. En ik zou het geweldig betreuren, dat we een culturele vereniging, zoals Nut en Vermaak hier in onze gemeenschap zouden moeten missen. Het staat er niet goed bij. De heer Zwaard Om even in te haken op de kwestie, dat de heer Huijbregts mij verwijt dat ik beledigende woorden heb gesproken. Het is mij volkomen ont gaan. Ik heb alleen maar kritisch gesproken en ik heb feiten gecon stateerd. Ik heb gesproken over dat donateurschap, waar ze ƒ.2.850, van binnen halen, wat dus betekent, dat er 285 donateurs zijn. Ik heb ook gezegd dat er bij mij nog nooit iemand geweest is noch bij mijn kollega's Marijnissen en Jacobs. Dat zijn er al drie. Dan bedoel ik met meer activiteiten te ontplooien, meer donateurs aan te werven. Daarbij wil ik toch wel verklaren, dat wanneer blijkt d»t wanneer Nut en Vermaak ondanks alle inspanningen en werken en zwoegen en dergelijke vastloopt, wij toch wel, wij van werknemersbelangen, in de loop van 1975» zijn problemen, als die dan nog bestaan -en dat zal wel- nader zullen bekijken. Dank U. De voorzitter Ik eigenlijk aan hetgeen in eerste instantie gezegd is weinig meer toe te voegen. Ik deel niet de mening van de heer Huijbregts, dat Nut en Vermaak niet zou kunnen voortbestaan op deze manier. Ik zie niet met de heer Huijbregts, dat Nut en Vermaak in gevaar komt. Ik geloof, dat de financiële basis, die wij nu geboden hebben, de uit komst, die wij geboden hebben, Nut en Vermaak wel degelijk uit de moeilijkheden zal halen. Alleen Nut en Vermaak zal zich er op moe ten bezinnen, dat de financiën op een andere manier binnen gaan komen, dai. in het verl-den.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1974 | | pagina 266