I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
n
f
f
I
I
I
i
- 60 -
Ze proberen het wel nogmaals, het is een bestuur, waar ik de
grootste waardering voor heb, serieuze verstandige mensen, die dat
ook wel zien zitten. En die ook wel zeggen Ja, wat moeten we met
die contributie? We weten, dat die laag is, maar hoe moeten we dat
nou ineens verhogen? Goed, we zitten nou in 1974 op 30,zie ik
in mijn overzicht hier. Met 40 leden en dan 20 jeugdleden van het
jeugdtamboerkorpsDat is in dit jaar, als dan aangenomen wordt wat
wij nou voorstellen een subsidie in totaal aan Nut en Vermaak van
11.815»Dat is de lopende zaak. En dat is, dacht ik toch wel,«
gezien tegenover de eigen bijdrage, een redelijke zaak. Nou weten w£
dat Nut en Vermaak klem zit. Het heeft liquiditeitsmoeilijkheden.
En toen het bestuur bij ons kwam hebben wij gezegd; Ja, maar heren,—
U moet één ding verschrikkelijk goed begrijpen en dat is, dat wij
ons niet kunnen permiteren als gemeente -hou daar nou maar rekening™
mee- op de manier, waarop U nou geld vraagt, geld te gaan geven.
Dat kunnen we niet. Om te beginnen hebben we nog twee fanfare's en
Schijf is er ook nog. Je hebt Con Amore, de accordeonvereniging,
die toch ook -zij het in wat andere omstandigheden- maar toch ook
een muziekgezelschap is. Je hebt verenigingen in alle maten en kleu
ren in deze gemeente, allemaal actief, allemaal bezig voor de ge
schap ook op alle mogelijke manieren. Dat kunnen wij niet gaan s
ren, heren van Nut en Vermaak. We zullen andere wegen moeten zoeken^
om dit gat te stoppen. En daar is, dat weet U, over en weer gesproki
over 2- 3 nieuwe opstellingen. Een gesprek zus en een gesprek zo,
vóór de vacantie, na de vacantie. En dan werd me gevraagd of het nog
niet kwam. Als ik nou het bedrag neem van wat de heer Huijbregts
daar noemt uit Sas van Gent 27.000,-- geloof ik maximum voor
Nut en Vermaak, nou ja, vergeet het maar. Dan kunnen we niets meer
doen. En dan heeft de heer Zwaard gelijk, als hij zegt: en de ander]
verenigingen dan, die zal je eens zien komen. En degenen, die zulle
zeggen: Nou, actie voeren, oud papier ophalen, iets doen voor de
vereniging, dat doen we niet meer, de gemeente betaalt toch de hele
mep.
Twee dingen; We kunnen ons niet permiteren om het te doen. Het ont
wricht de begroting en heeft zijn consequenties, dat heeft de heer
Zwaard juist gezien. Als je dit gaat doortrekken naar ander vereni
gingen, andere muziekkorpsen, dan kom je voor consequenties te staal
die je haren je te berge doen rijzen. En je maakt dan ook nog eens
een keer eigenlijk het wezen van het verenigingsleven kapot, wan^
wat is nou het verenigingsleven? Dat is samen iets gaan doen,
waarvan je overtuigd bent, dat het mooi en nuttig en plezierig is
om het te doen en waar je moeite voor zult moeten doen. Je gaat act^f
voeren en dan kom je ook bij de gemeente aan om een paar centen, maf
het moet toch niet zo zijn, dat wij al die dingen gaan betalen.
Wij kunnen niet het verenigingsleven sleuren. Dat is onmogelijk.
Over contributies gesproken, er zijn er nog wel meer, die laag zittl
Maar de subsidies zijn, dacht ik, in verhouding in alle gevallen to)
de betaalde contributies, aanzienlijk te noemen.
Wij hebben al jaren gevolgd het zogenaamde, wat nu heet; het sonmo-j
advies. En dat was vroeger het advies van ie ''ederatie, Dat is een
advies, dat afkomt van de muziekgezelschappen zelf. Dat is een
stichting van overkoepelende organisaties voor muziekgezelschappen
in Nederland. Het heet: Stichting Overkoepeling Nederlandse muziek
organisaties. En daar zitten in, de Koninklijke Nederlandse Federa
tie van harmoniën en fanfares, feteatie var. Katholieke muziekbonden,
de federatie, die ik bedoelde, stichting Neder'andse federatie
christelijke muziekbonden 3n de algemene unie van muziekverenigiuge
Die werken all aai saaie In de Soomo. En die adviseren aan de ge
meentenen inre m op en nepaalqe norm over te gaan tot subsidiërin
e
ties
- Nou -