I I I I I :t I I I I L Het is niet zo, dat die raad hier in deze gemeente zoveel werk op het hord krijgt, dat het heslist niet in de avondvergaderingen kan wore afgedaan en dat de commissies zich moeten gaan verdiepen in aller hande plannen en in allerhande voorstellen, zodat je een afkalving van het eigenlijke raadswerk krijg^haar de commissies. Je vindt dai^l grote steden, je vindt dat in de Kamer, daar wordt over alle moge lijke onderwerpen in h commissie vergaderd en komt dan de zaak in de openbare behandeling, dan is dat vaak een hele matte vertoning, want het vuurwerk heeft al gespeeld in de commissies. Zonder meer is dui delijk, dat dergelijke behandelingen in de commissie openbaar moete zijn, dat zou een stuk raadswerk zijn, dat je om practische redenen uit de raadsvergadering haalt en dat breng je naar buiten en dat m«t je dus ook, omdat de raad -openbaar vergadert, in de commissie open' doen. Dat speelt hier niet. Wij hebben hier commissies en hoe ze ooit tot stand gekomen zijn, dat moet U mij ook zo precies niet vragen, dat is van een vorig kollege en dat is al heel lang geleden. Die commissies hebben zich ontwikkeld tot enerzijds inderdaad een raadiB commissie, waarin bepaalde stukken in een voor-procedure gebracht worden, anderzijds tot een gelegenheid voor B» en W. om met een aa: raadsleden een gesprek te hebben om zo de voorbereiding van zaka^ -en dat is een specif iek domein van B. en W.- een bredere basis geven. Bredere basis, opdat wij eens met raadsleden konden praten, eens op excursie konden gaan en met die raadsleden van man tot man| den praten over de zaken die zich voordeden. En als wij nou zeggen, dat onze voorkeur blijft uitgaan naar het voortzetten van de huidige wijze van vergaderen, dan bedoelen we dSi mee te zeggen; dat beviel ons wel. Dat beviel met name wethouder Mertens wel, dat beviel mij wel. Maar helaas zitten we natuurlijk in een andere situatie met de commissie Sociale Zaken. Die heeft in d® opzcht een andere positie. En dat bedoelen wij te zeggen. Wij begre pen heel goed, dat er een verlangen naar openbaarheid is, en als je eerlijk bent dan moet je toegeven dat het grootste gedeelte van de, onderwerpen die aan de orde komen best gehoord mogen worden. Wij wd wel natuurlijk, dat je nou toch ook weeer niet zo argeloos moet zit dat je al je plannen zo maar op tafel gooit om de dóódsimpele redenen dat men daar ook wel eens misbruik van zou kunnen gaan maken en eeF openbare behandeling zou nou een keer zijn restricties hebben waard niet te ontkomen valt wil je niet de gemeente serieus financiële en andere schade berokkenen. Maar die openbaarheid op zichzelf genq^B is nou niet een zaak waarvan je nou moet zeggen; het kollege is g absoluut tegen en kan er zich beslist niet mee verenigen en adviseert met klem de raad om het niet te doen. Nee, zo doen we het niet. We vinden alleen en, nou ja, dat is dan de mening van de heer MertBs en mij en de heer Laseroms onderschrijft onze meningen in dit op- zicht, omdat die met zijn eigen commissie een soortgelijke werkwijze heeft, alleen, die heeft een commissie waarvan de aard van de te bj handelen onderwerpen zich niet leent voor een publieke behandeling! De heer Mertens en ik en de heer Laseroms zijn tevreden met de manier waarop er in die commissies gewerkt kan worden. Dat vinden wij plei zierig. ZLj vinden het plezierig, dat wij met de raadsleden een gej kunnen hebben over bepaalde dingen, die aan de orde zullen komen ei vinden het eigenlijk jammer, dat dat gaat wegvallen, maar dat wil nog niet zeggen, dat wij tegen openbaarheid zijn. Ik geloof, dat hl goed is, dat de raad zich daarover uitspreekt. U moet onze positie* niet zien als een soort verkrampte positie, waarin wij dan zeggen Nee, openbaarheid willen wij beslist vermijden tot iedere prijs; Wij zullen alle kunsten uithalen om dat te voorkomen. Dat is niet Als de raad zou zeggen en ik geloof, dat we dat straks wel zullen mer ken, wij vinden die openbaarheid een zodanig goed, dan zullen wij daar best naar richten. Dat is voor ons helemaal niet moeilijk. Hel is alleen dat wij, en dat moet U ons niet kwalijk nemen een bepaala periode van werken achter de rug hebben met die commissies die op lie: f.Ê me Lol - een int QGMt ifa inei ni J aj c

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1974 | | pagina 253