- 23 -
Op de vraag van de heer Huijbregts of de plannen inzake de aan
sluiting van bedrijven te Stuivezand in 1974 volledig gereali
seerd kunnen worden, kan ik alleen antwoorden dat we dat hopen.
Het is niet uilgesloten dat het zal gelukken. We kunnen het ech
ter niet garanderen. Als U zegt dat de tuinders zulke hoge prij
zen moeten betalen voor de olie, dan weet ik niet of U geluisterd
hebt naar de minister van economische zaken, die toch wel heeft
laten merken dat we niet tot in lengte van jaren mogen blijven
rekenen op goedkoop aardgas. De laatste verhoging liegt er al
niet om. Om redenen van inflatie-bestrijding zal men de prijzen
voor het gas niet op korte termijn opnieuw gaan verhogen, maar
we zullen er toch op moeten rekenen dat het aardgas in prijs
vergelijkbaar wordt met die van de olie. Die zaken zullen in de
toekomst gelijk gesteld worden. Ik mag U er wel bij zeggen dat
ik dan nog moet zien of al die mensen een aansluiting wensen op
het gasnet. De gedachte van de heer Kunst om de winst van het
gasbedrijf aan te wenden voor aansluitingen in de onrendabele
gebieden is een mooie gedachte, maar deze spreekt ons niet aan.
Deze mening is wel zinvol als het gaat om aansluitingen in on
rendabele gebieden op het water- en elektriciteitsnet. Water en
elektriciteit zijn in tegenstelling tot gas geen vervangbare
zaken. Immers gas kan vervangen worden door elektriciteit, olie
of kolen Het is een economische kwestie. Ten aanzien van de
levering van elektriciteit en water geldt een sociale taak
Wij menen dat hij, die gas wenst, daarvoor moet betalen. Ons
beleid is in het kader van de exploitatie van het gasbedrijf
daarop gericht. Een aansluiting op het gasnet moet bovendien
rendabel zijn, anders wordt het een subsidie-kwestie. Wij ver
zekeren U -en dat hebben we ook in de afgelopen bespreking gezegd
dat die percelen, die aangesloten kunnen worden, zo spoedig moge
lijk een aansluiting zullen verkrijgen. Als methoden aanwezig
zijr/om een en ander in een versneld tempo uit te voeren -we den
ken in dit verband aan de bereidheid van de betrokkenen om zelf
sleuven in de grond te graven- dan worden deze methodes aanvaard.
Het principe blijft echter wel dat de zaak rendabel moet zijn
omdat de aard der voorziening dat nu eenmaal verlangt. Het gaat
er niet om bepaalde bedrijven in hun bedrijfsuitvoering te subsi
diëren. Dat kan niet.Als plaatselijks overheid kunnen we ons
niet permitteren bedrijven in dat kader te subsidiëren.
Met betrekking tot Uw vragen inzake het centraal-antenne-systeem
kan ik U zeggen dat we destijds terzake offertes hebben laten
uitbrengen. Hieruit bleek dat de aansluit-bijdrage niet gering
was. Op basis daarvan werd geconcludeerd dat de medewerking aan
de oprichting van een zodanige voorziening niet verkregen zou
kunnen worden. Deze zaak is toen ook in Uw raad besproken. Nu
weet ik wel dat er veel mensen zijn, die graag een centraal-
antenne-systeem zouden hebben. Echter uit een enquête, die de
Stichting Margriet van der Laar heeft gehouden, is gebleken dat
de belangstelling voor een dergelijk systeem niet zo groot is.
7,oals de heer Valk heeft opgemerkt, moeten, wanneer een centraal-
antenne-systeem wordt aangelegd, alle individuele antennes van
de daken verdwijnen"," omdat de gehele exploitatie van zo'n systeem
er op gericht is, dat wanneer een woning aansluitbaar is, de
woning ook inderdaad op dat systeem wordt aangesloten. Il^eef
gaarne toe dat, wanneer er onvolkomenheden of storingen in het
systeem -voorkomen, deze opgeheven moeten worden. Aan het door
de N.V. Casema aanbevolen Ingenieursbureau Jonge hebben wij
reeds gevraagd wat een en ander op basis van de oude becijfe
ringen ons nu moet gaan kosten. Zodra deze gegevens bekend zijn
zullen wij U hiervan in keniftlP^stellen.
- Dan -